"Niets is wat het lijkt"; een onuitroeibaar cliché?


En ja hoor, daar is het weer. Dat vreselijke zinnetje dat ooit door de bedenker ervan als een fraaie vondst is gelanceerd en tegenwoordig te pas en te onpas wordt gebruikt in recensies, columns, boeken, essays en op achterflappen en covers van boeken.



Het is een terreur aan het worden! Achteloos wordt het steeds weer opnieuw uitgespuugd alsof het de mooiste uitdrukking van de eeuw is. Velen lezen er gewoon overheen, maar bij anderen wordt de irritatiegraad op de proef gesteld. Tientallen keren zie je het voorbijkomen, en dan vraag je je ten minste twee dingen af.

Ten eerste: waarom bedenkt de schrijver ervan niet eindelijk eens een keer iets nieuws? Niets is gemakkelijker dan een cliché te gebruiken. Daar hoef je niet over na te denken, de luiheid wint. Maar denk ook eens aan het incasseringsvermogen van de lezer van de pennenvrucht. Onze taal is rijk en biedt talloze mogelijkheden om de kennelijke bedoeling van het gewraakte zinnetje op een meer originele manier te verwoorden. Maar dat kost natuurlijk wel enige geestelijke inspanning....

Ten tweede: vrijwel niemand denkt meer na over de betekenis van het zinnetje "Niets is wat het lijkt". Bij nadere beschouwing lijkt het complete onzin te zijn. Is wel mogelijk wat er in het zinnetje wordt beweerd? Moet het in dit kader niet vervangen worden door "Veel is niet wat het lijkt"?

Volop stof voor een filosofische overpeinzing.

Reacties