De puzzelstukjes vallen in elkaar


Wie de naam Jan van Haasteren noemt krijgt bij talloze mensen de handen op elkaar. Niet zozeer vanwege zijn werk als striptekenaar, dat overigens bijzonder knap in elkaar zit, maar door de legpuzzels die zijn naam dragen.
Er zijn hele volksstammen die veel genot ondervinden van de bijzondere vorm van zelfkwelling die ook wel met de benaming “puzzelen” wordt aangeduid.
Het gaat hier niet om de beoefenaren van kruiswoordraadsels of nog veel erger cryptogrammen, maar om de legpuzzelaars.
Geen groter genot dan een puzzeldoos met het liefst ten minste 5000 stukjes op een grote lichtelijk kromgetrokken triplexplaat –die dan een maand heel gezellig het beeld in de woonkamer domineert-  omkeren, en dan eindeloos zoeken naar in elkaar passende stukjes van een zo gecompliceerd mogelijke afbeelding. Maar er zijn nog veel grotere uitdagingen: even googelen leert dat op dit moment de grootste legpuzzel (een Disney) 40.320 stukjes telt! Daar moet je vermoedelijk ruim behuisd voor zijn. Over het record van de “legtijd” van deze puzzel zijn geen gegevens bekend……



Na deze lange aanloop komen we tot de kern van dit Kuijpje. Niet zelden kom je in bijvoorbeeld een boekrecensie de zinsnede “de puzzelstukjes vallen in elkaar” tegen. Een vreemd zinnetje dat inmiddels door het veelvuldige gebruik is uitgegroeid tot het zoveelste cliché. En hoewel het gebruik van clichés niet zo storend is als die verfoeilijke vergezochte en gewrongen beeldspraak, denken vele lezers: “oh jee, daar heb je ze weer”. En het filter van de lezer slaat om…..
Als je het zinnetje strikt inhoudelijk beziet, is de conclusie onontkoombaar dat het klinkklare onzin is. Als puzzelstukjes vallen, zullen ze zelden of nooit in elkaar vallen, laat staan met de afbeelding naar boven (Murphy). Dat fenomeen hangt niet alleen samen met de moeilijkheidsgraad van de puzzel maar ook met de rol van de zwaartekracht en de gewichtsverdeling en balans van de stukjes.
Kortom: het slaat nergens op, maar wellicht is het beeldspraak.
Daarom het advies: als je als schrijvende partij niet los kunt komen van deze uitdrukking (jammer, er zijn variaties genoeg te bedenken), maak er dan in ieder geval iets van dat wat meer in de werkelijkheid past:

“De puzzelstukjes passen in elkaar”

Reacties