Homer Hickam: Albert moet maar huis


“Die alligator eruit of ik eruit!”

Ziehier het kernthema van “Albert moet naar huis” van de Amerikaanse schrijver Homer Hickam. Deze voormalige NASA-ingenieur heeft al een indrukwekkende bibliografie van Engelstalige boeken en is in de VS een bestsellerauteur.
Het luchthartige en hier en daar licht filosofische verhaal “Albert moet naar huis” zou gebaseerd zijn op een familielegende. De ouders van de schrijver, Homer senior en Elsie Lavender, spelen de hoofdrol in het boek dat bol staat van onderkoelde humor en absurde gebeurtenissen.



Homer en Elsie leiden een relatief gelukkig leventje in Coalwood (West-Virginia). Zoals een groot deel van de mannen in het stadje is Homer mijnwerker.
Zij hebben bij hun huwelijk een alligatorbaby in een schoenendoos cadeau gekregen van de danser Buddy Ebsen op wie Elsie vóór Homer een oogje had.
Kleine alligators worden groot en hoewel Elsie gek is op het dier met de roepnaam Albert, wil Homer deze in de badkamer wonende huisgenoot van inmiddels 1,20 meter kwijt. De echtelieden besluiten in het jaar 1935 Albert terug te brengen naar Florida, zijn geboortestreek. Ze gaan op pad in een aftandse Buick met Albert in een wasteil op de achterbank. Ook een naamloze haan behoort tot het vaste gezelschap.

“Met Elsie”, zei Homer, “is niets eenvoudig.”

De reis vanuit West-Virginia voert hen langs diverse staten aan de oostkust van de VS. Onderweg beleven de Hickams doldwaze avonturen en blijkt de eenvoudige mijnwerker Homer onvermoede kwaliteiten te bezitten. In North Carolina nemen ze een befaamde schrijver mee als lifter. Ze raken verzeild in een arbeidsconflict bij een kousenfabriek, ontmoeten de dichter Carlos en diens minnares de moslima Soufflé, komen terecht bij een honkbalclub en in een erfrechtelijke kwestie na het overlijden van de steenrijke eigenaar van die club, vervolgens in een smokkelaffaire, spelen als toevallige passanten een opmerkelijke rol in een film, ontmoeten een andere bekende schrijver, raken met veel drama verzeild in een orkaan, en eindigen bij Elsie’s rijke oom Aubrey op de fairway van een golfbaan in Florida.
Vele bloemrijke personages maken het verhaal tot een rijk geschakeerde vertelling vol verrassingen en décorwisselingen. Ernst en luim wisselen elkaar af.

Hickam junior heeft een vaardige pen. Zijn taalgebruik is onberispelijk en toegankelijk waardoor het lezen van het boek ware ontspanning biedt. In het boek zijn geen moeilijke zinnen, geen complexe woorden en evenmin lastige metaforen te ontdekken. Het verhaal is een ontdekkingstocht door een deel van de VS tijdens de Grote Depressie waarbij fictie en werkelijkheid op een speelse manier elkaar afwisselen.
“Albert moet naar huis” heeft geen hoog literair gehalte en pretendeert dat ook geenszins.
Het wordt aangeprezen als een boek dat de liefhebber van "De 100-jarige die uit het raam klom en verdween” van Jonas Jonasson zal bekoren. Die verwachting wordt zeker waargemaakt. Weliswaar schrijft Jonasson met meer humor en waar mogelijk nog absurdistischer maar Hickam blaast zijn deuntje in dit genre goed mee.

De eerste twee, in kapitalen gedrukte zinnen op de achterflap van het boek geven de te verwachten sfeer goed aan:

Homer houdt van Elsie, Elsie houdt van Albert. Het is een klassieke driehoeksverhouding, alleen is Albert een alligator…

“Albert moet naar huis” staat borg voor een flink aantal ontspannende leesuren, en verdient in zijn bijzondere genre vier sterren.

Eén puntje van kritiek: de letters waarin het boek is gedrukt, zijn aan de kleine kant waardoor het lezen enige inspanning vergt. De gebruikte ruime regelafstand maakt veel goed maar de letters hadden iets groter mogen zijn.

Reacties