Franco Faggiani: Soms zou ik de wind willen zijn

Onder meer in augustus 2016 werd Midden-Italië opgeschrikt door een paar zware aardbevingen. Daarbij vielen ten minste 293 doden, waarvan 230 in de plaats Amatrice. Dit vreselijke natuurverschijnsel inspireerde Franco Faggiani tot het schrijven van zijn roman “Soms zou ik de wind willen zijn” die in januari 2022 in Nederland verscheen.


Centraal in dit prachtige verhaal staat Francesca Capodiferro, een geologe die als groepscommandant bij de brandweer werkt. Zij geeft leiding aan een team van louter mannen die haar op handen dragen omdat ze haar werk uiterst gedreven en consciëntieus verricht. Francesca heeft een zakelijke afspraak in een bar met haar meerdere Rossetti. Die ontmoeting verloopt enigszins hilarisch omdat de twee elkaar niet kennen en op nogal aparte wijze in contact komen. Francesca krijgt de opdracht metingen te gaan doen op de berg Gorzano teneinde het risico op aardverschuivingen in beeld te brengen.

Francesca’s directe chef is Rodolfo Monteleone die een zeer opmerkelijke vooropleiding heeft. Hij is filosoof en afgestudeerd aan het conservatorium.

Met haar twee honden Rufus en Nuzzo trekt ze erop uit en gaat kamperen op genoemde berg. Rufus is een speurhond met een bijzondere voorgeschiedenis. Hij is zeer bedreven in het vinden van lijken door de geur daarvan. Midden in de nacht vindt een zware aardebeving plaats. 


Na efficiënt overleg met collega’s van de brandweer gaat Francesca spoorslags naar Amatrice waar grote schade is aangericht. Op bewonderenswaardige wijze zet ze zich ter plaatse in voor de directe hulpverlening aan de slachtoffers van het natuurgeweld. Daarbij heeft ze diverse ontmoetingen met bijzondere mensen die in tijden van nood het hart op de juiste plaats blijken te hebben.

Na een loodzware periode vol hulpwerkzaamheden neemt het verhaal, als de hoogste nood zoveel mogelijk is gelenigd, een drastische en dramatische wending als Francesca zelf getroffen wordt door een zwaar ongeluk. Haar ondergeschikte Jack Bucci behoedt haar voor erger.

Enige tijd later biedt Monteleone haar wegens haar heldenrol bij de hulpverlening een forse promotie aan. Francesca neemt dan een belangrijke beslissing die niet veel later wordt gevolgd door een andere beslissing die haar leven gaat bepalen.

Franco Faggiani is een begaafde stilist. Hij heeft een gemakkelijke schrijfstijl waarmee hij een fraai beeld schetst van het wel en vooral wee van de bevolking in het getroffen gebied. De beschrijvingen van de collegiale verhoudingen zijn treffend, evenals die van de binnen de brandweer heersende hiërarchie. De harde én zachte kanten van de betrokkenen worden mooi blootgelegd. Ofschoon het onderwerp van de roman uiterst ernstig en zwaar is, schuwt de auteur enige onderkoelde humor niet.

“Toen wendde hij (Monteleone; CK) zich tot mij: “Capodiferro, hoor jij niet bij het eerste uitgaande team?” “Dat dacht ik wel.” “Nou, wat doen jij en je team hier dan nog? Van de negentig seconden die je hebt om uit te rukken, zijn er al twintig voorbij.”

Het boek is niet alleen een beschrijving van de ellende die een aardbeving teweegbrengt, maar ook een ode aan de hulpverleners. De gruwelen van de aardbeving zijn zeer beschaafd en terughoudend in beeld gebracht. Ook dat aspect maakt het een boek dat voor vele lezers geschikt is.

“Soms zou ik de wind willen zijn” is een zeer goed boek met een poëtische titel dat vier heldere sterren verdient.

 

Reacties