Wouter Dehairs: Brussel blues

De Vlaamse auteur Wouter Dehairs won met zijn thriller “Nachtstad” de Hercule Poirotprijs 2021. Evenals in “De graffitimoorden” speelde privédetective Keller Brik met zijn nogal opmerkelijke assistente Gwen Van Meer daarin de eerste viool. De trilogie rond dit speurdersduo is nu voltooid met “Brussel blues”, een wat mysterieuze titel.


Als de nieuwe cliënt Karel Deridder het kantoor van Keller Brik binnenkomt, ontstaat er terstond een ongewoon tafereel. De man gaat niet eens zitten, maar haalt een pistool tevoorschijn. En voordat Keller goed en wel beseft wat er gebeurt, jaagt Deridder zichzelf een kogel door het hoofd. Het motief van de zelfdoding is een volslagen raadsel.

Oude bekende hoofdinspecteur Rina Verstrepen verschijnt met inspecteur Danny Devriendt ten tonele. De laatste is bloedirritant en gedraagt zich tijdens het verhoor van Keller ook zo. Daarbij verneemt Brik dat Elise Deridder, de zeventienjarige dochter van Karel, wordt vermist.

Onderkoelde humor is hier net als elders in het boek een wezenlijk onderdeel van het verhaal. Zo antwoordt Brik op de vraag van Devriendt of Deridder een afspraak met hem heeft gemaakt:

“Ja, het zal u misschien verbazen, inspecteur, maar mensen maken spontaan afspraken met mij. Ik hoef dus niemand te arresteren om wat menselijk contact te krijgen.”

Nadien wordt er in het uitgestrekte Zoniënwoud een lichaam gevonden. Intussen meldt zich een nieuwe cliënt bij Brik. Het is de charmante Farah Demir. Zij vraagt hem haar spoorloos verdwenen vader te vinden. Die opdracht weet Keller opmerkelijk snel te volvoeren. Er ontluikt tevens een voorzichtige romance.

En dan roept Jacqueline Preudhomme de hulp van onze detective in. Zij vangt de twee gevluchte broers Amir en Hamza op. De oudste is plotsklaps verdwenen, terwijl Jacqueline ervan overtuigd is dat Amir nimmer zonder zijn broer zou vertrekken. Brik krijgt de vraag hem op te sporen, en dat blijkt een bijna onmogelijke klus.

Heftige gebeurtenissen rijgen zich aaneen. Een inbraak in het kantoor van Brik en de voortwoedende bendeoorlog tussen de Serviërs van oude bekende Dragomir Mihajloviç en de Albanezen van Ares Hoxha zijn belangrijke elementen. Beide criminele kopstukken zijn nietsontziend. Keller waagt zich bij zijn naspeuringen aan indringend contact met de twee dat niet erg vlot verloopt. Een villa aan de Magnolialaan in Ukkel vervult een centrale rol in het drama. Ook Nick Coens, zwager van Karel Deridder, blijkt duistere kanten te hebben. Vanzelfsprekend gebeurt er nog veel meer, de lezer ontdekke dat zelf.

De ontknoping is nogal spectaculair, maar niet geheel onverwacht voor de doorgewinterde thrillerlezer. De losse eindjes worden op vaardige wijze aan elkaar geknoopt. En dan volgt nog een onverwachte en onthutsende slotscène met een enigszins open einde.

Wouter Dehairs heeft met het derde boek in de Brikserie een even heftig als elegant slot aan de serie geschapen. Daarbij is het niet geheel duidelijk of Brik niet tóch nog terugkeert. De tijd zal het leren. De schrijfstijl van Dehairs is soepel en helder. Het boek kent een mooi afgewogen dosis onderkoelde en originele humor. De gebeurtenissen spelen zich in heerlijk korte hoofdstukken voor het oog van de lezer af.

De levenswijze van Keller Brik en zeker ook van Gwen Van Meer is allesbehalve traditioneel. Beide hoofdrolspelers, maar vooral Brik, hebben een compleet legioen aan beschermengelen. Hun ontsnappingen aan grof geweld zijn soms wat toevallig. En hun waagstukken zijn ook weleens extreem, om niet te zeggen totaal onverantwoord. Maar moed wordt beloond, totdat de kruik …

Maar Wouter Dehairs heeft de avonturen van Keller en Gwen zonder meer een waardig sluitstuk gegeven. Of is het toch geen afscheid?

“Brussel blues” is een lezenswaardige, relatief ongecompliceerde thriller en is zeer goed. Dat levert vier swingende “bluesy” sterren op.

 

Reacties