Peter Buwalda: Otmars zonen


Na zijn in 2010 uitgegeven, door anderen veelgeprezen debuut “Bonita Avenue” bleef het zeer lange tijd stil rond schrijver Peter Buwalda. Die stilte is recentelijk verbroken met de verschijning van zijn tweede geesteskind “Otmars zonen”. Het is een lijvig boek van netto 597 bladzijden, en dan ook nog aangekondigd als het eerste deel van een trilogie.



In Venlo woonde het gezin van Otmar Smit en partner Ulrike met drie kinderen: Dolf, Tosca en merkwaardigerwijs nog een Dolf. De laatste is een stiefzoon van Otmar, en wordt herdoopt als Ludwig, geïnspireerd door de liefde voor muziek waarvan het gezin dwangmatig doortrokken is. Dolfje wordt pianist en Tosca violiste.
Ludwig, een van de belangrijkere personages in het boek, gaat als ingenieur bij Shell werken. Hij verzeilt daarbij in het Russische Sakhalin Energy waar CEO Johan/Hans Tromp de scepter zwaait. Tromps persoonlijke assistente Natalja wordt steeds nogal neerbuigend aangeduid. Tromp ziet zichzelf als de kroonprins van Shell (als opvolger van Van der Veer, een opvallend anachronisme) en heeft op zijn zachtst gezegd merkwaardige karaktertrekken.

Ter plaatse ontmoet de seksueel zwaar gefrustreerde Ludwig de journaliste Isabelle Orthel die in samenwerking met Timothy Spade een belangrijke werkmissie vervult rond de persoon van Tromp. Het verhaal gaat in hoog tempo als een ware zeer bochtige achtbaan met grote hoogteverschillen alle kanten op. Decorwisselingen en tijdswisselingen rijgen zich aaneen en vergen veel van de oplettendheid van de lezer. Over de loop van het verhaal is nog veel meer te vertellen, maar het noodzakelijke vermijden van spoilers brengt mede het hierbij te laten. 

“Otmars zonen” is door vele professionele recensenten bejubeld als een absoluut meesterwerk. Toegegeven moet worden dat de schrijfstijl van Buwalda van zeer hoog niveau is. Fraai woordgebruik en mooie metaforen zijn aan de orde van de dag. 
Maar verbazingwekkend is dat in al die recensies nauwelijks tot geen aandacht wordt geschonken aan het soms ruwe taalgebruik (helaas meer en meer een teken des tijds) en ook aan de werkelijk walgelijke beschrijving van enkele seksscènes die deels zijn ontleend aan dan wel geïnspireerd door het boek “Juliette, of de voorspoed van de ondeugd” van Markies De Sade. De tekst op pagina 416 van “Otmars zonen” die vermoedelijk gedeeltelijk is geciteerd uit dat boek, is echt zó weerzinwekkend dat de lezer zich af gaat vragen waarom dit zo nodig in het boek moest worden opgenomen. 
Buwalda zal daar ongetwijfeld een diepzinnige verklaring voor hebben bedacht of alsnog kunnen bedenken, maar voor mij worden hier grenzen overschreden. Datzelfde geldt voor de beschreven misselijkmakende gewelddadige gebeurtenissen uit “Kidnapped” van Jill Biggerstaff, welk boek een rol speelt in het leven van Tromp en Isabelle.

Het toekennen van een waardering in sterren is onbegonnen werk. “Otmars zonen” zal vele lezers trekken die vinden dat in literatuur nauwelijks grenzen (hoeven te) bestaan. Zij zullen met volle teugen kunnen genieten. 
Anderen zullen er niet aan beginnen of voortijdig afhaken. Dan dreigt altijd het verwijt van de "kenners" dat je de essentie niet begrijpt. Trek je daar niets van aan, dat doe ik ook niet…

Reacties