Geert Kimpen: Het meisje dat aan de oever verscheen


Op 13 mei 2019 verschijnt de roman “Het meisje dat aan de oever verscheen”, het nieuwe boek van Geert Kimpen. Op de achterflap staat als pakkende ondertitel “Wat zou jij doen als je je zielsverwant ontmoet, maar je durft het niet te geloven?” De cover voegt daar nog aan toe: “Wat als zielsverwantschap nu eens echt bestaat en zelfs onontkoombaar is …?” 

Het zijn intrigerende uitspraken die de zintuigen van de lezer meteen prikkelen. Draagt het verhaal ze ook?



De jongeling Kama (deze naam betekent “verlangen”) woont in een vissersdorpje in India. Zijn toekomst lijkt daardoor vastgelegd: vanaf zijn veertiende jaar moet hij met zijn vader dagelijks de zee op om vis te vangen om in het levensonderhoud van het gezinnetje te voorzien. De zee wordt in het dorp De Grillige Bruid genoemd omdat zij verleidelijk is maar ook gevaarlijk…

In een voor Kama bijzonder moeilijke periode blijkt dat vissen op zee niet zijn roeping is. Hij blijkt een geheel ander talent te hebben dat tot uiting komt in diepzinnige verhalen die hij met veel succes vertelt en uitbeeldt. Maar dan keren de dorpelingen zich om economische redenen tegen hem en zijn vader en moeder.
Een sympathieke vrouw in het dorp geeft Kama het advies op zoek te gaan naar de Tempel van het Oosten. De charmante stoffenhandelaar die de vrouwen van het dorp om zijn vinger windt, raadt hem dat af, maar Kama volgt zijn eigen ingeving en vertrekt.

Onderweg ontmoet hij aan de oever van de rivier al snel de beeldschone Shakti die zegt zijn zielsverwant te zijn. Kama raakt in opperste verwarring als zij zegt:

“Ik heb de liefde in de ogen gekeken en dat is voor mij genoeg om een doel te hebben om voor te leven. Mijn wachten zal geen zachte dwang zijn om jou hier terug te laten komen. Mijn wachten zal een doel op zichzelf zijn. Misschien word ik hier oud en sterf ik in de wildernis. Maar het laatste wat ik zal zien als ik deze aarde verlaat, zal het beeld zijn van jou, drijvend op de rivier, op deze betoverende ochtend.”

Zijn wil om de Tempel van het Oosten te bereiken brengt hem ertoe verder te gaan. Bij de stad Mahishmati heeft hij een traumatische ervaring met een groep vrouwen die zich de Witte Tijgerinnen noemen. Op zijn zoektocht bereikt Kama vervolgens de stad Omkareshwar waar hij een wijze oude man ontmoet van wie hij veel leert. 
Op het moment dat Kama hoort van de dood van zijn vader krijgt hij een van de vele levenslessen van deze man, een prachtige filosofische beschouwing over de verhouding ouder-kind die wel keihard binnenkomt.

“Luister, Kama, je ouders hebben je weliswaar het leven gegeven, maar je hebt er niet om gevraagd. Dat betekent dat je hun ook niets verschuldigd bent. Je kreeg het in de schoot geworpen en dus is het aan jou om er wat van te maken. Ze hebben je gemaakt voor hun plezier, niet voor dat van jou. Het schonk hun aanzien in jullie dorp en wellicht de hoop dat jij voor hen zou zorgen op hun oude dag. ….. Je kunt houden van je ouders, als je vindt dat ze die liefde verdienen, maar een kind is nooit verantwoordelijk voor het geluk van zijn ouders.”

Kama bereikt uiteindelijk een tempelcomplex dat De Tempel van het Oosten lijkt. Met hulp van de mysterieuze aanvoerster van een vrouwenleger Rani Durgavati ontsnapt hij uit zeer benarde omstandigheden.
Het slot is even prachtig als het verhaal zelve.

“Maar wie zich durft te verbinden met het meisje aan de oever, die komt werkelijk thuis en weet dat hij niets werkelijks meer te vrezen heeft.”

Geert Kimpen is een begenadigd schrijver. Zijn schrijfstijl is –om maar eens een modewoord te gebruiken- waarlijk iconisch. De zinnen zijn vloeiend en inspireren de lezer onmiddellijk om zich geheel te laten opgaan in het verhaal. En dat is zó onwaarschijnlijk mooi! Het centrale thema in het boek is de liefde in al haar facetten. En dan voorzien van een werkelijk schitterende filosofische boodschap over zielsverwantschap. 
Superlatieven schieten tekort om het boek te prijzen. Het verhaal is niet alleen fraai gecomponeerd, maar ook zodanig mooi verteld dat het de lezer ten diepste ontroert en niet meer loslaat vóór het allerlaatste woord. En dat is, vermoedelijk niet geheel toevallig, Shakti.

“Het meisje dat aan de oever verscheen” is waarlijk een boek van buitenaardse kwaliteit en krijgt vijf blinkende sterren. Meer zijn er niet, anders zouden het er zomaar zes kunnen zijn geweest.   

Reacties