Aaf Brandt Corstius: Gun iedere kabouter zijn eigen muts

Aaf Brandt Corstius is columniste voor o.a. De Volkskrant. Ze is actief op vele raakvlakken van de taal, als vertaalster, schrijfster, publiciste en redactrice. Aaf heeft de gave van het woord van geen vreemde. Haar vader is wijlen Hugo Brandt Corstius, taalvirtuoos bij uitstek. De ouderen onder ons herinneren zich ongetwijfeld nog wel Hugo’s belangrijkste pseudoniemen Piet Grijs en Battus. De befaamde taalbijbel “Opperlans!” van Battus (een heruitgave uit 2002 van de unieke “Opperlandse Taal- & Letterkunde” uit 1981 die ik toentertijd heb verslonden) ligt hier voor het grijpen.


Op 2 november 2023 verscheen “Gun iedere kabouter zijn eigen muts” van Aaf BC. Het is een verzameling van zestig taalstukjes ter grootte van een column. De schrijfster verzamelde in het dagelijkse leven vele “zinnige” uitspraken die kunnen doorgaan voor wijze raadgevingen. Aan elk van de geselecteerde uitspraken wijdt ze een vaak lichtvoetige, maar soms ook enigszins de diepte ingaande filosoferende beschouwing. Soms zijn het zelfs regelrechte levenslessen.

Het is ondoenlijk en ook niet gewenst om hier een uitgebreid overzicht van de onderwerpen te geven. De geïnteresseerde lezer moet die zelf ontdekken en vervolgens gedoseerd tot zich nemen. Ter aanmoediging: uitspraken als “Wie bescheiden is, hoeft niet in één ding uit te blinken”, “Zie je uitstelgedrag als een teken”, “Beter druk zijn dan je druk maken”, “Zie het leven als iets zinloos” en “Het is ouder worden of doodgaan” komen aan de orde en worden van commentaar voorzien.

Vooral maar niet alleen die laatste uitspraak spreekt tot mijn verbeelding, al zal dat waarschijnlijk te maken hebben met mijn eigen gevorderde leeftijd. Het is, zo wordt in de flaptekst al onthuld, een opmerking van Katja Schuurman. Zij nam daarmee de klagers over lichamelijke aftakeling op de hak. Aaf zegt daarover:

“En rimpels krijgen, grijze haren, knieën die kraken, oogleden die overhangen. Je mag dat allemaal meemaken omdat je nog leeft. Je bent niet dood, je wordt steeds ouder. En daar mag je blij mee zijn.”

De uitspraak die het tot titel van het boekje heeft gebracht, beoogt aan te geven dat ieder mens een eigenaardigheid heeft. Gelukkig is die meestal van onschuldige aard.

Aaf Brandt Corstius heeft, het zal niet verbazen, een zeer soepele schrijfstijl. Zonder taalkundige opsmuk weet zij in sneltreinvaart de beoogde kern van de zaak te raken. De variëteit in onderwerpen in het boekje is uitermate verfrissend. Het bevat voor elk wat wils. En het aardige van een verzameling korte schrijfsels is natuurlijk dat je die in delen tot je kunt nemen zonder iets te missen.

“Gun iedere kabouter zijn muts” is zeer lezenswaardig. Een sterrenwaardering in dit genre is niet altijd opportuun. Het boekje biedt eenieder vele momenten van ongebreideld leesplezier.

  

Reacties