Eva Rovers: Waarom we politiek niet alleen aan politici kunnen overlaten
Sinds het ontstaan van de democratie staat die in golfbewegingen onder druk. Een voorbeeld is te vinden in een citaat met een ongekende actualiteitswaarde uit een redevoering van Protagoras in “Alkibiades” van Ilja Leonard Pfeijffer. Die spanning vraagt om alertheid van het volk omdat de grens tussen democratie en autocratie flinterdun is. De voorbeelden in de hedendaagse wereld liggen voor het oprapen. En waar het eenmaal is doorgeslagen, is er vrijwel geen weg terug.
Als de wil tot echte samenwerking ontbreekt, bevindt de democratie zich in de afglijdende fase.
“Een weerbare
democratie vereist dat inwoners beseffen dat ze niet slechts kiezer of
consument zijn, maar burger. Ze heeft mensen nodig die voelen dat ze meer
kunnen doen voor de democratie dan een vakje rood kleuren of vanaf de zijlijn
mopperen op politici.”
Filosoof Hannah Ahrendt bood Rovers inspiratie met haar waarschuwing
dat burgers losgezongen raken van de democratie.
“Rechten hebben en je
stem uitbrengen zijn volgens haar niet genoeg om vrijheid te garanderen.
Daarvoor moet je als burger politieke actie ondernemen, vooral door met elkaar
in gesprek te gaan over allerlei vraagstukken, gezamenlijk tot een oordeel te
komen en dan ook daadwerkelijk iets te doen.”
Dan komen de vijf basiskenmerken van een burgerparlement aan
de orde: loting, democratisch overleg (deliberatie), continuïteit, roulatie en
invloed. Voorgedragen onderwerpen worden daarin behandeld door burgers. Een
burgerparlement heeft het recht initiatiefwetten in te dienen die in alle ernst
moeten worden behandeld.
Aristoteles waarschuwde 2500 jaar geleden al dat
verkiezingen ertoe leiden dat macht gaat klonteren bij degenen met voldoende
middelen en een netwerk om verkozen te worden. Een signaal, dat actueler is dan
ooit! Kijk maar om je heen.
Naast een burgerparlement is er het ook al tamelijk
onbekende instituut van het burgerberaad. Beide vormen van deelname aan de
besluitvorming zijn her en der in ontwikkeling. Eva beschrijft de gang van
zaken in het “Ostbelgienmodel” dat in de praktijk functioneert in het
Duitssprekende deel van België. Ook bespreekt zij de situatie in dit verband in
Marseille, Aken, Brussel en Parijs. Vooral in Parijs wordt het burgerparlement tamelijk
serieus genomen door de politiek.
Het boek eindigt met een boeiende vooruitblik in de toekomst
over de mogelijke rol van een Derde Kamer.
Eva Rovers heeft een interessante verhandeling geschreven
over de kwetsbaarheid van de democratie en een mogelijke oplossing voor
versterking van de zeggenschap van alle inwoners. Haar schrijfstijl is
toegankelijk, zeker gelet op het bijna wetenschappelijke karakter van het
onderwerp. De auteur heeft duidelijk veel onderzoek gedaan, ook en vooral in
internationaal verband. Haar betoog opent de ogen voor het bestaan van bij
velen onbekende instituten als burgerberaad en burgerparlement.
Op welke wijze die instituten in een gepolariseerde
samenleving als de onze werkzame vorm kunnen krijgen, is een vraagstuk dat
beantwoording verdient. Daar is constructief overleg zonder vooropgezet eigenbelang
voor nodig, en dat lijkt me vooralsnog de Achilleshiel.
“Waarom we politiek niet alleen aan politici kunnen
overlaten” is een zeer goed boek en verdient vier symbiotische sterren.

Reacties
Een reactie posten