Robert van Oirschot: Droog
De proloog van “Droog” van Robert van Oirschot geeft in een
notendop de aanloop naar een imposante bokscarrière in de jaren twintig van de
vorige eeuw weer van Lambertus Steenhorst, nadien beter bekend als Bep van
Klaveren.
Het boek speelt zich af in de hiervoor genoemde tijd en kent
twee verhaallijnen. De eerste gaat over het roerige Amsterdamse leven van
Antonie Donkers, een amateurbokser die een ingenieus plan heeft bedacht om snel
rijk te worden via het gokcircuit rond bokswedstrijden. Hij denkt zijn slag te
slaan in een vroege variant van matchfixing doch vergist zich deerlijk in de
kracht van zijn onbekende Rotterdamse tegenstander. Vervolgens krijgt hij het
aan de stok met de zware crimineel met de bijnaam De Slachter die hem dwingt
zich bezig te gaan houden met illegale drankhandel in de periode van de
drooglegging. Die handel levert veel geld op maar is ook in vele opzichten
risicovol. Antonies vriendin Helena Kantenvisscher krijgt intussen steeds meer
invloed aan de rand van de politiek.
En daar loopt de tweede verhaallijn. Die is gecentreerd in
de landelijke politiek van onder meer Charles Ruijs de Beerenbrouck en Abraham
Kuyper, en de lokale Amsterdamse politiek met de burgemeesters Jan Willem
Tellegen en Willem de Vlugt. Een rode draad daarin is het initiatief van
dezelfde Tellegen en baron Frederik van Tuyll van Serooskerken om de Olympische
Spelen naar Amsterdam te halen. Dat lukt en de Spelen van 1928 worden een groot
succes, onder meer voor Bep van Klaveren alias “The Dutch windmill”.
“Droog” is het debuut van Robert van Oirschot. De auteur
heeft een vlotte pen en schrijft zeer beeldend over gebeurtenissen van velerlei
soort. Het woordgebruik is helder en soepel waardoor het boek gemakkelijk
leesbaar is. In het begin van het verhaal gaat het er af en toe nogal grof aan
toe, en krijgt een fijnbesnaarde lezer al snel het gevoel dat het te ver gaat.
Maar die tendens verdwijnt vrij snel, en buiten enkele zeer rauw beschreven geweld-
en seksscènes is “Droog” een boeiend epos over de criminaliteit tijdens de
drooglegging en een welhaast onmogelijke liefde, en daarnaast over de politiek
in de jaren twintig.
Uit dat laatste is duidelijk te zien dat politiek gekonkel
en politieke koehandel van alle tijden zijn. De onsmakelijke rol van senator
Stouenbergh is weerzinwekkend.
De slotsom is dat “Droog” een lezenswaardig boek is.
Ofschoon de eindredactie enkele steekjes heeft laten vallen, is het een sterk
debuut van Van Oirschot dat de lezer benieuwd maakt naar volgend werk van hem.
Het boek is gewoonweg goed en verdient drie flonkerende
sterren.
Wat me opvalt dat hij de mode beschrijft alsof het 10 jaar eerder in de geschiedenis is. Verder goed leesbaar boek , de twee verhaallijnen zijn een vondst
BeantwoordenVerwijderen