Roxane van Iperen: 't Hooge Nest


De namen Jean-Louis Pisuisse en Dirk Witte zullen de meeste mensen van nu weinig zeggen. De ouderen onder ons kennen echter vast wel het lied “Mensch durf te leven” dat Pisuisse in zijn glorietijd onnavolgbaar vertolkte. Dirk Witte was de schrijver ervan in 1914. Hij was nadien ook degene die de villa “’t Hooge Nest” liet bouwen aan de bosrijke rand van Naarden en deze als eerste bewoonde.

De villa met zijn bijzondere ontstaansgeschiedenis speelt de hoofdrol in de non-fictieroman -met zeker in het eerste deel sterke trekken van een documentaire-  van Roxane van Iperen over de lotgevallen van de Joodse zussen Lien en Janny Brilleslijper in de Tweede Wereldoorlog. 
Roxane woont er sinds 2012 zelf met haar gezin en heeft diepgaand onderzoek gedaan naar de gebeurtenissen in de oorlog in en rond de villa. Dat leverde een schat aan belangwekkende historische informatie op die Van Iperen heeft verwerkt tot een zonder meer indrukwekkend epos.



De zussen Lien en Janny Brilleslijper en hun partners Eberhard Rebling (jawel, van Duitse komaf) en Bob Brandes wonen bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog respectievelijk in Amsterdam en Den Haag. Zij worden al snel actief in het verzet en lopen voortdurend groot gevaar. Als na de februari-staking in Amsterdam in 1941 de Jodenvervolging steeds grotere vormen aanneemt, wijken ze uit naar het Noord-Hollandse Bergen.

In 1943 moet een deel van de bevolking van Bergen weg uit die plaats vanwege de bouw van de Atlantikwall die de geallieerde invasie beoogde te voorkomen. De familie Brilleslijper c.s. huurt van de rijke Amsterdamse gezusters Jansen de villa ’t Hooge Nest in Naarden die door zijn geïsoleerde ligging uitgroeit tot een veilig verblijf voor de familie, ook al wemelt het in ’t Gooi van de NSB’ers en andere collaborateurs. Al snel wordt het huis ook een onderduikadres voor Joden en andere vervolgden. Er zijn tijden dat er twintig of meer mensen wonen. Dat gaat relatief goed totdat er steeds meer onderduikadressen worden verraden en op onmenselijke wijze worden ontmanteld door de Duitsers.

“Zo voelt ’t Hooge Nest in het voorjaar van 1944 als een snelkookpan, met te veel mensen onder te hoge druk, die op allerlei manieren uitgangen zoeken om maar wat spanning te laten wegvloeien.”

Te langen leste wordt ook het adres van de familie Brilleslijper verraden en er volgt een afschuwelijke periode van ontberingen en verschrikkingen als zij via kamp Westerbork naar Auschwitz worden gedeporteerd. Daar treffen zij Otto, Edith, Margot en Anne Frank.
De terugkeer van de schaarse, in deplorabele omstandigheden verkerende overlevenden via kamp Bergen-Belsen is de laatste fase in een onmenselijke keten van afschuwelijke, met geen pen te beschrijven wederwaardigheden.

Roxane van Iperen is er wél en zeer goed in geslaagd met haar pen te beschrijven hoe weerzinwekkend de Jodenvervolging en het “leven” in de concentratiekampen in WO II waren. Ze heeft, zoals je van een ervaren journaliste mag verwachten, een vlotte schrijfstijl waarmee ze het verhaal ondanks de voortdurende zware lading toegankelijk weet te houden. Geen lastige woorden, geen gezochte metaforen, Van Iperen schrijft een vloeiend verhaal dat de lezer voortdurend in zijn greep houdt. 

Er zijn talloze emoties in het boek, de ene nog heftiger dan de andere. Vooral aan het slot maar zeker niet alleen daar, zal menig lezer een traantje wegpinken. Het verhaal maakt onvermijdelijk diepe indruk. Zoals ook sommige andere non-fictieromans over WO II dreunt het epos nog lang na. En dat is een verdienste van de schrijfster. Het gaat immers over een periode in de vaderlandse geschiedenis die altijd aandacht moet blijven houden.

“’t Hooge Nest” van Roxane van Iperen is een zeer goed boek en verdient vier gedocumenteerde sterren.

Reacties