Manon Uphoff: Laat me binnen
Het deels autobiografische “Vallen is als vliegen” van Manon Uphoff maakte in 2019 diepe indruk. Daarom was ik zeer benieuwd naar de op 28 januari 2025 verschenen verhalenbundel “Laat me binnen”. Er staan drie wel zeer uiteenlopende verhalen in.
In het titelverhaal woont een 24-jarige studente literatuurwetenschap met haar “kleineding” (zoals de baby steeds wordt aangeduid) en haar partner Jimmy in een troosteloze woontoren. Zij houdt zich onder meer bezig met merkwaardige avondlijke escapades in het nabijgelegen park. Daar laat zij zich nemen door andere mannen. Ook geeft zij zich over aan mijmeringen en een gesprek met een wildvreemde vrouw.
Het tweede verhaal “Bij Hebibovic – Geschiedenis van een
ravage” gaat over Husein Hebibovic die getrouwd is met Lydia, de zus van zo
lijkt het de echtgenoot van de schrijfster. Haar zwager dus. Husein was
militair in de oorlog in het voormalige Joegoslavië. Hij sterft daarna aan een
zware ziekte. Het is een akelig verhaal vol walgelijke details die op zeer
provocerende wijze worden beschreven.
“Harold en Linde” tenslotte gaat over broer en zus. Harold
studeert aan het conservatorium en wordt daarna muziekleraar. Hij mislukt
daarin volledig. Zijn zus Linde is beeldend kunstenaar. Zij leidt een tamelijk
turbulent leven dat haar onder meer naar Marseille brengt, waar zij een
traumatische ingreep ondergaat. Logeerpartijen in hun jeugd bij een “oom”
worden suggestief maar nimmer expliciet beschreven.
Uphoff schrijft in deze bundel niet erg toegankelijk. Haar
taalgebruik is weliswaar veelal elegant, maar ze schuwt extreem expliciete en
niet zelden tamelijk grove beelden niet. Daar moet je van houden. Af en toe
zijn er frasen te lezen die nauwelijks te begrijpen zijn. Zo staat in “Harold
en Linde” bijvoorbeeld de volgende passage.
“Als de dingen sterk
genoeg waren, de ervaringen intens genoeg tegen elkaar en in elkaar gedrukt,
zou er geen pijn, geen lijden, geen angst zijn; het mes zou samensmelten met de
snede, terwijl het vuur de zuurstof consumeerde tot er niets meer overbleef dan
een gloeiende, sissende bal… De moordenaar zou met de vermoorde een enkel
kluwend wezen worden; de lucht die uit een keel ontsnapte, zou in een vloeiende
beweging terugkeren naar zijn oorsprong- alle trillingen, van alles wat ooit
gezegd, geschreeuwd, gehuild, gegromd, gesmeekt was, zouden één woord, een
bronzen klok of bel worden.”
Tja, je moet ervan houden, zoals al gezegd. De waardering
kan variëren van volkomen adoratie tot onverholen misprijzing. Dat betekent dat
ik me onthoud van een waardering van de bundel in sterren, iets wat zelden
voorkomt.
Reacties
Een reactie posten