Johan Fretz: Onder de paramariboom

Via de bibliotheken werd vanaf 1 november 2025 het uit 2018 daterende boek “Onder de paramariboom” van Johan Fretz verspreid in de actie “Heel Nederland Leest”. Het gaat over negen dagen in het leven van de schrijver, gelardeerd met flashbacks naar eerdere momenten daarin.


Johannes is de zoon van Jan Fretz uit Den Haag en Virginia Brouwn, afkomstig uit Suriname. Daarmee is hij een halfbloed, of zoals men in Suriname zegt, een veelbloed. Hij is geboren in Dordrecht en heeft blijkens terugblikken eufemistisch gezegd daar een nogal sobere jeugd gehad in een armoedige flat in de wijk Krispijn.

Johannes gaat op 29-jarige leeftijd voor het eerst naar Suriname om daar op uitnodiging een lezing te geven. De dagen voorafgaand aan zijn optreden worden in toegankelijke stijl met een lichte dosis aangename humor beschreven.

Moeder Virginia (Gini) komt enkele dagen na Johan ook naar Suriname. Zij is vroeger nogal labiel geweest en heeft ook een zware en langdurige postnatale depressie gehad na de geboorte van Johan. Zijn bestaan is min of meer het gevolg van een advies van een arts, toen Virginia zelf 29 jaar was. Het krijgen van een kind zou haar meer in evenwicht brengen.

“Ik zou natuurlijk boos moeten zijn op dokter Samba. Wie raadt een labiele vrouw nu aan haar problemen op te lossen door het krijgen van een kind? Hij had toch kunnen weten tot wat voor ellende dat vroeg of laat zou leiden? Maar ik ben niet boos op dokter Samba, want hoe je het ook wendt of keert: zonder zijn enthousiasme was ik er nooit geweest.”

Al dan niet samen met Gini heeft Johan vele ontmoetingen en ervaringen. Hij ziet enkele familieleden en heeft ook een ontluikende romance met een meisje dat hij in het vliegtuig al heeft gezien. Deze Jaantje is een blonde schoonheid, ze is half Nederlands en half Hongaars.

In een flashback gaat de schrijver terug naar zijn geboorte in een vermakelijke observatie.

“Daarna legde ze de baby in mijn moeders armen. Die pakte me vast en zei vrolijk: ‘O, wat een lelijke baby, wat een lelijke baby!’ De zuster keek geschokt, maar mijn moeder wierp haar een geruststellende blik toe en fluisterde: ‘Het is natuurlijk geen lelijke baby, maar in Suriname zeggen we dat altijd. Zo houden we de boze geesten voor de gek, dan blijven ze zeg.’ “

Tijdens hun verblijf in Suriname blijkt moeder in een dialoog met Johan de nodige humor te bezitten.

“ ‘Ze is te laat’, zegt mijn moeder. ‘Ik hou niet van mensen die te laat komen.’ ‘Maar je komt zelf ook altijd te laat.’ ‘Dat is anders. Ik kom te laat omdat ik geen zin heb om te wachten op andere mensen die te laat komen. Als ze wat vaker op tijd kwamen, dan was ik er allang.’

Sommige andere ontmoetingen in Suriname staan ook bol van de humor.

“ ‘Rashid. Wat zie je er weer uit! Alsof je onder een bestelbus hebt gelegen.’ ‘Dank je, Albertino’, zegt Rashid. ‘En jij bent onderweg naar je eigen crematie, zie ik?’ “

Het boek eindigt met de lezing van Johan waarop niet inhoudelijk wordt ingegaan. Jaantje is erbij en nodigt Johan uit voor een reisje naar Boedapest. Of ze een relatie krijgen, blijft in het verborgene.

Johan Fretz heeft een soepele pen. Op aangename wijze beschrijft hij zijn korte maar intensieve verblijf in Suriname. Het verhaal wordt afgewisseld met functionele terugblikken op zijn jongere jaren. Het geeft een snelle inkijk in het Suriname van Bouterse. Het centrale thema is identiteit en komt goed uit de verf.

“Onder de paramariboom” is een meer dan goed boek en krijgt drie-en-een-halve veelkleurige ster.  

P.S. Over de afbeelding op de cover van het boek is een relletje geweest. Het kleurige plaatje zou een foute kaart van Suriname zijn. En dat is door de Stichting CPNB en de vormgever beaamd. 

Reacties