Taalverloedering (1)


De teloorgang van het correcte gebruik van onze moerstaal is in volle gang. Het taalonderwijs hamerde lang geleden op een juiste spelling en goede beheersing van de grammatica. Dat waren nog eens tijden!
Inmiddels zijn de normen en waarden op dit terrein in ijltempo vervaagd. Het gebruik van de spellingcontroller bij digitale taal is niet alleen een vanzelfsprekendheid geworden maar geeft ook velen het gevoel dat het wel goed zit met het geestesproduct waar de controller overheen is gehaald. Er wordt niet meer aandachtig nagelezen maar het wordt kritiekloos uitgedragen. Maar men vergeet dan voortdurend dat die spellingcontroller lang niet alle fouten ziet.
Een simpel voorbeeld: het zinnetje “het gebeurd nog steeds” wordt door de spellingcontroller als correct beschouwd. Vreselijk toch? Of niet? 

Een onderzoek van een tweederangsuniversiteit had als wetenschappelijke conclusie dat mensen die anderen wijzen op taalfouten, onaardige mensen zijn. Sindsdien is het in bepaalde kringen “not done” om kritiek te hebben op andermans taalgebruik. Men durft het domweg niet meer uit vrees voor het eigen imago.



Een nieuwe trend is het maskeren van taalfouten onder het mom dat de taal altijd in beweging is. Veelgemaakte fouten worden dan als taalontwikkeling aangemerkt en op een bepaald moment beschouwd als correct Nederlands.
Het is om te gruwen……

En het wordt steeds gekker.
De algemeen secretaris alias directeur van de Taalunie, Hans Bennis, heeft naar het oordeel van de strikten een nogal vrijzinnige opvatting over de Nederlandse taal. Zo zegt hij in een interview bij zijn aantreden onder meer dat “hun hebben taalkundig gezien zelfs een verbetering is”.
De taalkundige Jan Stroop steekt zijn modernistische opvattingen ook al niet onder stoelen of banken. Hij zegt in een interview met het Noord-Hollands Dagblad: “taalverloedering bestaat helemaal niet. Zogenoemde ’fouten’ als ’hun hebben’, ’groter als’ en ’het bedrijf die’ onthullen juist een glimp van de taal van de toekomst.”

Derhalve gaat dit Kuijpje kennelijk over iets dat niet bestaat. Dat is een schitterende reden om daar een vervolg aan te geven. Wie droomt er niet van een schrijver van fictie te worden?

Reacties