Stephan Enter: Winterhanden

Het prachtige boek “Pastorale” van Stephan Enter maakte in 2019 grote indruk. Het is een erg mooi verhaal van een groot stilist. Natuurlijk gaf dat aanleiding het eerdere werk van deze auteur te willen lezen. Lange tijd kwam het er niet van, maar nu lagen drie eerdere boeken van zijn hand hier klaar. En het debuut van Enter was als eerste aan de beurt.


“Winterhanden” is een bundel met zes verhalen, gevat in 181 bladzijden. Ze hebben verschillende onderwerpen die deels een nostalgisch gevoel bij de lezer teweeg brengen.

In “Postzegels” neemt scholier Marcel zijn postzegelverzameling mee naar school in verband met een speciale les. Hij voelt zich bedreigd door een oudere leerling van de school. De presentatie van zijn onderwerp in de les van de leraar Nijborg gaat goed, maar daarna ervaart Marcel pestgedrag van anderen. Stephan Enter leeft zich fraai in in de geest en denkwereld van een onzekere puber.

“Schijngestalte” gaat over de broze relatie van Olaf en verpleegster Anna die in dezelfde straat wonen. Buurman Saks speelt een bijzondere rol tussen hen beiden. Als Olaf aan het slot langs het ziekenhuis fietst waar Anna werkt, wordt hij overvallen door de volgende mijmering.

“Of ze soms aan hem dacht en dan iets anders voelde dan haat. En terwijl hij weer opstapte en langzaam verder fietste, bedacht hij hoe vreemd het was in dezelfde stad te wonen zonder elkaar ooit nog te zien, te spreken of zelfs maar iets over elkaar te horen, terwijl als de wegen die ze elk in de stad aflegden plotseling konden oplichten, zou blijken dat die elkaar talloze malen hadden gekruist.”

De relatie van de verteller met vooral diens opa staat centraal in “Bederf”. Het verhaal over onder meer familiefeestjes met ooms en tantes ademt een herkenbare ouderwetse sfeer.

Het titelverhaal “Winterhanden” gaat over de bijzondere vriendschap van de tienjarige Arnold met diens pas negentienjarige oom Simon die student is.

“Ik haalde mijn wanten uit de zakken van mijn jas. ‘Waarom doe je ze niet aan als je ze hebt? Zo krijg je nog winterhanden.’ Simon lachte, mijn moeder keek hem verstoord aan en ik durfde niet meer te vragen wat winterhanden waren.”

Scholier Midas leest in “Macho” in de wiskundeles het boek “Zo leert u goed schaken” van Euwe en Muhring. Enter neemt de lezer daarna mee naar de speelavond van de schaakclub waar een opmerkelijk incident plaatsvindt tussen Midas en zijn tegenstander meneer Kamphuis.

Tot slot ondernemen de geliefden Nils Groede en Hella een tripje naar vermoedelijk een Waddeneiland. Bij de afvaart schildert Enter fraai het tafereel in de haven.

“Er is geen wind voelbaar, de hemel is heel licht en lijkt, als je langer kijkt, steeds meer grijs in plaats van blauw te worden. De vlaggen van de rederij en de eilanden, links van het platform, hangen in roerloze plooien langs hun masten, het zanderige havenwater deint stroperig rondom de dukdalven, een verdwaalde, hoekig rondkruisende libel elektriseert met zijn metalen gezoem de trillende lucht boven de stoeptegels en de niet lang geleden opnieuw geasfalteerde kade.”

Nils is tijdens het verblijf geobsedeerd door een rouwkaart die hij in zijn achterzak heeft meegenomen op reis.

Stephan Enter geeft in zijn debuut uit 1999 al meteen blijk van groot vakmanschap. Hij is een stilist van formaat en weet in mooie heldere taal zeer verschillende personages en taferelen te schetsen. Zijn stijl is soepel en gaat gepaard met een sterk opmerkingsvermogen voor kleine details die er toe doen. De verhalen zijn stuk voor stuk pareltjes van een soms verstilde schoonheid. Dat alles maakt het lezen tot een waar genoegen.

“Winterhanden” is een heerlijke bundel en een zeer goed boek dat vier krachtige sterren krijgt.

N.B. Twee andere boeken van Stephan Enter, “Grip” (2011) en “Compassie” (2015) liggen nog klaar ter lezing, maar dat kan door het grote aanbod van recensieboeken nog wel even duren.    

      

Reacties