Frank Westerman: Te waar om mooi te zijn
Frank Westerman legt zich toe op het schrijven over de werkelijkheid en is voor zijn eigen werk wars van fictie. In het voorwoord van de in april 2022 verschenen verhalenbundel “Te waar om mooi te zijn” merkt hij daarover op:
“De werkelijkheid is
te weerbarstig voor haastwerk. Zij is te krom om recht te praten, te geplooid
om glad te strijken, te ongerijmd voor een limerick.”
Westerman verfoeit de benaming “non-fictie” voor het genre
dat hij beoefent. Hij verwoordt zijn bezwaren tegen deze woordcombinatie op een
even humoristische als trefzekere wijze:
“Non-fictie. Ik wil
geen label op mijn werk dat zegt wat het niet is. Stel, ik sta op de markt met
meloenen, dan prijs ik mijn waar toch ook niet aan met: Geen bananen!”
Vervolgens verwijst hij naar de typering van zijn in het
Pools vertaalde werk dat aldaar (naar het Nederlands vertaald) “literatuur van
de feiten” wordt genoemd. Hij oppert dan het woord “feitenliteratuur” als
typering van zijn werk en dat van anderen die niet over fictie schrijven. Vermeldenswaardig
is zeker ook de fraaie vondst van Frank over het wezen van het schrijven als
bezigheid (let op het koppelteken!):
“Schrijven is per
definitie ver-zinnen: je maakt zinnen van ervaringen, denkbeelden,
gebeurtenissen.”
Lang geleden is hier het buitengewoon goede boek van Westerman “Een woord een woord” besproken. Zie de recensie.
De recentelijk verschenen verhalenbundel gaat volgens het opschrift “Over kunst, de mens en de natuur”. In veertien verhalen behandelt de schrijver de meest uiteenlopende, zonder uitzondering interessante onderwerpen.
Achtereenvolgens (dit wordt een héél lange zin) komen onder meer aan de orde de bedragen die in de kunstwereld omgaan, het leven van de ijsbeer op Spitsbergen bezien vanuit het oogpunt van de beer, de angsten en risico’s van de piloot van een bobslee, de legendarische Poolse journalist maestro Kapu, de verregaande rivaliteit tussen de bergbeklimmers Bart Vos en Irina Vyalenkova, de Drentse mentaliteit in combinatie met de TT, de strijd tussen de mens en het water in de Dolomieten en in Venetië, het verongelukken van kleine vliegtuigen, dammen in rivieren in relatie tot “damslopers”, weerzinwekkende denkbeelden over dieren in het vooroorlogse Duitsland, het mooiste klooster ter wereld Chor Virap en kunst in Auschwitz en Birkenau.
Frank Westerman heeft een gouden pen en een soepele schrijfstijl. Daarmee weet hij de aandacht van
de lezer steeds vast te houden. Hij schrijft beeldend zonder zich te verliezen
in verregaande metaforen. Het gaat gewoonweg over de werkelijkheid, feitenliteratuur
waardig. Wel wordt voor deze bundel een brede belangstelling verondersteld. Het laat zich
moeilijk denken dat alle aangesneden onderwerpen evenzeer aanspreken.
De bundel “Te waar om mooi te zijn” is in zijn soort als
zeer goed aan te merken, vooral voor lezers met een zeer breed interessegebied.
Het boek krijgt alsdan vier sterren.
Reacties
Een reactie posten