Alain Dierckx: Ik heb geen gsm
Het winternummer De Vos nr.31 is wederom zeer lezenswaardig. Met toestemming van auteur Alain Dierckx volgt hier integraal diens korte verhaal daarin. Het gaat op een lichtelijk amusante wijze maar met een ernstige ondertoon over de ontlezing van de jongere generaties. Die is niet in de laatste plaats veroorzaakt door de welig tierende verslaving aan de smartphone.
Ik heb geen gsm
Laatst zat ik in de wachtzaal van een dokter en ik hoorde een man bovenstaande zin uitspreken tijdens een gesprek met de secretaresse.
De andere wachtenden in de zaal keken
stomverbaasd op toen ze die man dat hoorden zeggen. In hun ogen zag ik de vooroordelen
opduiken als paddenstoelen uit de grond.
Eentje ging er wellicht vanuit dat het
over een tachtiger ging wiens stramme vingers niet meer konden dienen om de toetsen
van die kleine toetsenborden in te drukken.
Een andere wachtende had zich bij het
horen van die zeer zeldzame zin misschien iemand ingebeeld die zich afzette
tegen de consumptiemaatschappij en alle materialisme afzwoer.
Maar ze zaten allebei fout.
Het ging hier over een veertiger,
onopvallend gekleed en met een verstandige en zelfbewuste blik.
Niets duidde op enig verschil met de andere aanwezigen.
De man zonder gsm nam plaats in de
wachtzaal en knikte me vriendelijk toe. Enkel naar mij, want de anderen waren intussen
hun aandacht al weer verloren en zaten terug met gebogen hoofd te scrollen op
hun smartphone.
Uit de zak van zijn jas toverde de man een
boek tevoorschijn, verwijderde de bladwijzer en begon geconcentreerd te lezen.
De contradictie tussen de driftig
scrollende wachtenden en de man die rustig zijn boek las, deed mijn verbeelding
op hol slaan.
Ik stelde me voor hoe de toekomst er zou
uitzien, binnen bijvoorbeeld een vijftiental jaren.
Ik stelde me een soortgelijke wachtzaal
voor als deze waar ik nu zat. Met enkele verveelde jongeren en recht tegenover
hen een man zonder gsm.
Ik zie een van de jongeren de anderen
aanstoten waardoor zij opkijken van hun hypermoderne opengevouwen smartphone.
Hun mond valt open als ze het voorwerp
zien dat de man uit zijn jas haalt. Als hij de bladwijzer verplaatst, en dan
een tijdje onbeweeglijk blijft zitten lezen, staren ze elkaar in verwarring
aan.
De nieuwsgierigste van het groepje vraagt
aan de man wat het voorwerp is op zijn schoot en krijgt als antwoord dat het
een boek is.
"Een verhaal op papier", voegt
de man eraan toe.
"Slechts één verhaal? Een verhaal
duurt toch maar enkele seconden’" antwoordt de jongen verbaasd.
Minzaam glimlacht de man hem toe.
"Dit is een langer verhaal en eentje
waarvan je doorlopend kan genieten."
"Ik zie geen foto’s en filmpjes. Waar
zijn die?", wil een meisje weten.
"Dat is net het leuke aan een boek.
Alle beelden en geluiden kan je zelf bedenken in je hoofd. Daar moet je geen
moeite voor doen omdat je als het ware zelf in het verhaal zit als je het
leest", legt de man geduldig uit.
De man merkt hun vertwijfeling en doet hen
daarom een voorstel.
"Willen jullie een stukje horen van
het verhaal?"
De jongeren bekijken elkaar en halen hun
schouders op.
"Bah ja, wij zijn hier toch aan het
wachten."
De man begint voor te lezen uit het boek
en het duurt slechts enkele minuten voor ze allemaal aan zijn lippen hangen.
Op de achtergrond is het onophoudelijke
gepiep van hun smartphones te horen die constant de aandacht opeisen, alsof ze zich
huisdieren wanen die onterecht genegeerd worden door hun baasjes. Maar voor één
keer worden ze links gelaten.
Ik schud het beeld van de toekomst van me
af, keer terug naar het heden en werp een blik op de smartphone die me verleidelijk
aankijkt van op mijn schoot. Ik maak van mijn hart een steen en stop hem weg, diep
in mijn binnenzak, waar ik hem niet voel of zie.
Volgende keer breng ik zeker een boek mee.
Alleen het verhaal alleen al brengt rust. Knap geschreven.
BeantwoordenVerwijderenBijzonder ook zo'n eenmansschrift waar al zoveel uitgaven van zijn.