De Chabotten: Gezinsverpakking

De Boekenweekgeschenken van de afgelopen jaren waren zeer geslaagd. “Leon & Juliette” van Annejet van der Zijl (2020), “Wat wij zagen” van Hanna Bervoets (2021), “Monterosso mon amour” van Ilja Leonard Pfeijffer (2022) en “De eerlijke vinder” van Lize Spit (2023) waren literaire cadeautjes van formaat in een notendop.

De Stichting CPNB koos dit jaar voor een gewaagd experiment. Het hele gezin van Bart Chabot mocht ongeveer 28.000 woorden schrijven over het thema “Bij ons in de familie”. Vooraf werd al de nodige kritiek geleverd. Zo werd de vraag gesteld waarom de rij van grote schrijvers wordt onderbroken door de Chabotten van wie enkelen zeker (nog) niet bekend zijn door hun literaire vakmanschap.


“Gezinsverpakking” heet het boekje. Yolanda Chabot is de verbindende factor in het gezin. Zo ook in het boekje. Met alleraardigste korte “Mamastippen” (de originele pendant van moedervlekken) worden de bijdragen van de vijf mannen van het gezin aan elkaar geplakt.

Bart komt met een vermakelijk verhaaltje over een gezinsvakantie in een spookachtig huis in Frankrijk die naweeën heeft na thuiskomst. Het stukje van Sebastiaan is enigszins warrig met ook nog een storende factor. De ik-figuur wisselt op onverklaarbare wijze meer dan eens.

Maurits schrijft een stuk over het huis van de Chabotten. Volkomen oninteressant, vind ik, al zullen gluurders er wellicht wel genoegen in scheppen. Storm verhaalt in zijn bijdrage over een bezoek na vele jaren aan het graf van zijn opa. Al deze onderdelen van het boekje zijn weliswaar beïnvloed door het keurslijf van het thema van de Boekenweek, maar zij brengen mijn handen niet op elkaar.

Hoe anders is dat met het opstel van Splinter. In “Estafette” gaat het in hoofdzaak over de hond Bril. Zij is oud en gebrekkig, en het gezin moet helaas besluiten haar te laten inslapen. Splinter beschrijft dat hele proces op prachtige wijze. Empathisch, gevoelig, aandoenlijk, ontroerend en tragisch. Dit hoofdstukje neemt mijn teleurstelling over het boekje in belangrijke mate, maar verre van geheel, weg. De slotzinnen ervan over de vergankelijkheid van het leven zullen de lezer lang bijblijven.

“Toen ik vanmiddag in mijn eentje naar huis terugliep”, zegt mama, “kon ik maar aan één ding denken.” “Waaraan dan?”, vraag ik. “Dat ik de volgende ben die jullie zal verlaten.”

En zo is de rode draad in het boekje de onvermijdelijke komst van de dood.

De keuze van de schrijver voor het Boekenweekgeschenk 2025 zal worden bepaald aan de hand van een schrijfwedstriijd! Wat gaat dat brengen?! Ik kan me nauwelijks voorstellen dat belangrijke schrijvers daaraan zullen meedoen.    

 

Reacties