Keren Blankfeld: Een liefde in Auschwitz
Van de hand van de gelauwerde onderzoeksjournalist Keren Blankfeld verscheen vorig jaar “Een liefde in Auschwitz”. De schrijfster is een kleindochter van vier Holocaust-overlevenden. Het verhaal is waargebeurd en heeft een enorme impact.
Hoofdpersonen zijn David Wisnia (1926-2021) en Helen (roepnaam Zippi) Spitzer (1918-2018). Beiden zijn Poolse Joden en maken in de Tweede Wereldoorlog onmenselijke verschrikkingen mee. Zippi wordt op transport gesteld naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. David komt in het getto van Warschau terecht, alwaar zijn familie op voor David uiterst traumatische wijze wordt omgebracht.
Ook David wordt opgepakt en naar Auschwitz afgevoerd. Het
leven in dat kamp is verschrikkelijk. De beschrijving ervan is op feiten
gebaseerd en bijzonder indringend. De kampleiding berust bij twee sadisten,
Rudolf Höss en Johanna Langefeld. Na het overleven van diverse zeer risicovolle
situaties lukt het Zippi door haar vaardigheden en met hulp van haar vriendin
Katya die een relatie heeft met de weerzinwekkende SS-er Politzsch, een
enigszins leefbaar bestaan te leiden in het kamp.
David en Zippi ontmoeten elkaar bij toeval en worden
verliefd. Voor liefde is in de trieste omstandigheden nauwelijks plaats. Zippi
weet via haar relaties David diverse malen ongemerkt te redden van de
ondergang.
In het kamp –het is een even afschuwelijk als bekend thema
in de concentratiekampen- wordt een orkest van gevangenen gevormd om de
aandacht af te leiden van de afschuwelijke gebeurtenissen. Ook de aanwezigheid
van danseres Edith Eva Eger (zie de besprekingen van “De ballerina van Auschwitz” en “De keuze”) komt kort aan de orde.
Als de oorlog eindelijk afloopt, is de ellende nog niet
voorbij. De nazi’s willen de sporen van hun afschuwelijke activiteiten wissen,
ze dwingen de overlevende gevangenen tot de zgn. dodenmarsen. David en Zippi
raken elkaar dan kwijt. Zippi komt in kamp Ravensbrück terecht, David ontsnapt
uit de dodenmars en stuit –hij is dan 18 jaar- op de Amerikaanse 101ste
Luchtlandingsdivisie. Hij sluit zich daarbij aan en ziet al voor zich hoe hij
na de ellende van Europa verder zal gaan in Amerika.
Zippi geraakt in opvangkamp Feldafing en redt daar een man
van de verdrinkingsdood. De twee trouwen later en komen in diverse plaatsen op
de wereld terecht, te langen leste in New York. Zonder het van elkaar te weten
woont David uiteindelijk ook in die plaats met zijn echtgenote Hope. Een poging
van David om Zippi te ontmoeten mislukt, zij komt niet opdagen.
Zeventig (!) jaar na hun kennismaking in Auschwitz ontmoeten
de twee geliefden elkaar dan toch eindelijk nog. Het is een beladen weerzien,
zowel door de voorafgaande geschiedenis als door de inmiddels kommervolle
omstandigheden van Zippi. Het grijpt de lezer bij de keel.
Keren Blankfeld heeft een indrukwekkende non-fictieroman
geschreven over een van de donkerste perioden van de hedendaagse geschiedenis.
In mooie beeldende schrijfstijl schetst zij zonder overdrijving een indringende
weergave van de beestachtige gebeurtenissen in onder andere kamp Auschwitz.
Onvermijdelijk raakt de lezer zeer onder de indruk van deze belangrijke
bijdrage aan de geschiedschrijving rond WO II. Eens te meer blijkt dat het
leven van een mens door toevallige omstandigheden totaal anders kan verlopen
dan gewild. Over de Holocaust zijn talloze boeken geschreven. “Een liefde in
Auschwitz” behoort tot de categorie verplichte literatuur teneinde het besef
van het weerzinwekkende gedrag van vele mensen in oorlogstijd in stand te
houden. Helaas leert de mens er weinig van, getuige de huidige toestand in het
kruitvat dat ook wel de aarde heet.
“Een liefde in Auschwitz” is een meer dan zeer goed boek en
krijgt viereneenhalve ster.
N.B. Over de
verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zijn op deze blog vele boeken
besproken, zowel fictie als non-fictie. Zie in chronologische volgorde van
bespreking “Catharina” van Frank Krake, “De ballerina van Auschwitz” van Edith
Eger, “Hoe klein de wereld is” van Carla de Jong, “Zwijgende vaders” van Tim
Overdiek. “Het schrijverskasteel” van Uwe Neumahr, “Het meisje met de halve ster” van Judith Visser, “Anne Frank de achtertuin van het Achterhuis” van
Gerard Kremer, “De verzetsman en de voetbalheld” van Frank Krake, “Het laatste schaakspel” van Gabriella Saab, “De grootste bankoverval aller tijden” van
Frank Krake, “De gelukkigste man ter wereld” van Eddie Jaku, “De keuze” van
Edith Eva Eger, “De laatste getuige” van Frank Krake, “De bibliothecaresse van Auschwitz” van Antonio Iturbe en ‘De slag om Berlijn” van Heinz Rein.
Reacties
Een reactie posten