Daniel Silva: Het huis der spionnen


Na het beangstigend realistische “Het zwarte gif” uit 2017 over de terreur van IS in het westen verscheen dit jaar de nieuwe thriller van Daniel Silva met de titel “Het huis der spionnen”. Het is het zeventiende deel in de serie rond geheim agent Gabriel Allon, waarvan er nu negen in het Nederlands zijn uitgebracht.   



In het nieuwe verhaal plegen terroristen enkele zware aanslagen in Londen met bommen en automatische wapens. Gabriel Allon is net Uzi Navot opgevolgd als hoofd van Het Bureau, onderdeel van de Israëlische geheime dienst. Zijn eerste taak in die functie is het vinden en uitschakelen van het meesterbrein achter de aanslagen. Dat blijkt alras de ongrijpbare uit het vorige boek bekende Saladin te zijn.

Allon werkt samen met enkele oude bekenden. Zo zijn daar Graham Seymour van MI6, Amanda Wallace van MI5 en de zeer ervaren agent Christopher Keller die na een verleden als huurmoordenaar op Corsica bij Don Orsati is toegetreden tot de gelederen van Allon.

Er ontspint zich een zeer spannend verhaal met diverse aansprekende karakters. De pijprokende Paul Rousseau van de Franse Afdeling Alfa, de groot-ondernemer Jean-Luc Martel en diens beeldschone partner Olivia Watson, en de Israëlische arts Nathalie Mizrahi die eerder het leven van Saladin redde vanwege haar eed van Hippocrates, vervullen op zeer verschillende wijze prominente rollen in de opsporing van de vrijwel onvindbare Saladin. Of dat lukt, moet de lezer zelf ontdekken. Er vloeit hoe dan ook nogal wat bloed.

Het verhaal eindigt heftig én emotioneel. Heftig omdat er in Londen een aanslag met een radioactieve bom is gepland en voor Christopher Keller een heldenrol is weggelegd, en emotioneel door het wel en wee in privé van Gabriel, Chiara en hun twee kinderen. Ook een onverwacht opbloeiende romance met een onduidelijk vervolg (cliffhanger?) voegt de nodige zachtheid toe aan het vrij harde, maar alleszins realistische verhaal.

Daniel Silva is gewoonweg een meesterlijke schrijver van spionagethrillers. Zijn schrijfstijl en woordgebruik zijn even soepel als beeldend. De verhaallijn is helder en helaas maar al te realistisch. De schrijver biedt een welhaast onthutsende inkijk in de wereld van de terreur, en in het bijzonder van die van IS. Ook de nieuwste technieken komen aan bod.
Inmiddels weten we allen hoezeer het wereldbeeld is veranderd. In zijn nabeschouwing schrijft Silva:

“Nu al wordt het fysieke kalifaat vervangen door een digitale versie waar virtuele samenzweerders rekruteren en plannen in de veilige, anonieme omgeving van cyberspace. Maar het bloed zal vloeien in de echte wereld, in de treinstations, luchthavens, cafés en theaters van het Westen. De wereldwijde jihadbeweging weet zich griezelig snel aan te passen. Het Westen moet zich ook aanpassen. En snel.”

Evenals de eerdere boeken uit de Allonserie is ook “Het huis der spionnen” een zeer goed boek en verdient het vier heldere sterren.

Reacties