Ross & Hartman: Doodskopvlinder


Een doodskopvlinder of doodshoofdvlinder heeft een tekening die met enige fantasie lijkt op het vooraanzicht van een menselijke schedel. Bij nadere beschouwing lijkt die tekening overigens meer op een hondenkop.
Tomas Ross – de godfather van het genre “faction”- en Corine Hartman schreven in coproductie de thriller “Doodskopvlinder” die in mei 2015 van de persen rolde.



Het verhaal begint met een indringende proloog waarin al meteen een dode valt, zij het niet door een echt misdrijf.
Sir Charles Spencer Cavendish is hoofd van Securicor, de veiligheidsdienst van de NAVO. Hij is getrouwd met de bevallige Sarah die lepidopterologe (deskundige op het gebied van vlinders, een zeldzaam woord voor een zeldzame specialisatie) is. Ziehier de eerste link met de titel van het boek.

Als de NAVO-diplomaat Jan-Willem de Brauw na een affaire met de Siciliaanse advocate Gina Fioretti, een dame met maffiabanden, spoorloos verdwijnt, vraagt Cavendish aan Adam Kaplan en Carrie Montevagio hem op te sporen.
De Brauw was in het bezit van een vlindergids met gecodeerde informatie over Russische aanvalsplannen die eveneens verdwenen is.

Adam en Carrie gaan onafhankelijk van elkaar op onderzoek. Er ontspint zich een verhaal met af en toe kolkende gebeurtenissen waarbij vele opmerkelijke personages in beeld komen. Zo zijn daar pastor Paolo Vizzini, een man met een voor een geestelijke nogal bijzonder verleden, de maffioso Silvio Carlentini, NAVO-generaal Ethan Boyd en diens echtgenote Helen met hun gehandicapte zoon Neil, het mysterieuze duo Maria en Ivan Stepanowitsj, de Mossad-agente Tamar Offir, en de schurken Aslan Saladov en Attilla Onar.

Het verhaal evolueert al snel tot een actiethriller waarin actuele elementen als Poetin, IS, De Grijze Wolven en de vliegramp met de MH17 een rol spelen. Dat laatste heeft in sommige kringen veel stof doen opwaaien, doch na lezing van het boek kan en moet vastgesteld worden dat de auteurs zeer diligent met deze afschuwelijke gebeurtenis zijn omgegaan.

De personages in “Doodskopvlinder” zijn goed uitgediept en tot leven gebracht en de situatieschetsen zijn beeldend waardoor de lezer zich regelmatig ter plaatse waant. Enerverend is het verhaal vrijwel voortdurend waardoor de liefhebber van een actiethriller met een (wereld)politiek tintje gebiologeerd raakt en het boek nauwelijks kan wegleggen.

Het taalgebruik van Ross en Hartman is gepolijst en helder. Het ontbreken van complexe zinnen en moeilijke woorden maken het lezen van het boek tot een ontspannende bezigheid.
Het boek is vrijwel foutloos, slechts één foutje kwam aan de oppervlakte.
Er is evenmin sprake van grof taalgebruik, met één nogal opvallende uitzondering. Als tijdens een liefdesscène de telefoon gaat, is op bladzijde 195 te lezen:

“Ze kruipt van hem af. Hoe kut ook, dit moet Charles of Adam zijn.”

Het zal wel een raadsel blijven waarom de auteurs hier hun toevlucht zochten tot schuttingtaal.
Een ander taalkundig opvallend fenomeen in het boek is het tamelijk vaak gebruikte stopwoord “mannaggia” dat netjes vertaald zoiets als “verdorie” betekent. Dat is even leuk maar het gebeurt net iets te veel.

Tomas Ross en Corine Hartman hebben met “Doodskopvlinder” een boeiend boek geschreven dat voor liefhebbers van actiethrillers zeer lezenswaardig is. Ondanks of misschien wel dankzij de beperkte onvolkomenheden verdient het boek vier sterren.

Reacties