Loes den Hollander: Toen ik dood was
In 2006 debuteerde Loes den Hollander als
thrillerschrijfster met “Vrijdag”, een goed verhaal dat een grote belofte
inhield voor haar toekomst als auteur. Loes gaf sedertdien blijk van een hoge
productiviteit én van een constante hoge kwaliteit van haar boeken.
Op 11 oktober jongstleden werd de vijfentwintigste (!)
thriller van Loes den Hollander ten doop gehouden. Een verslag van de
feestelijke bijeenkomst bij Drukkerij Wilco in Zutphen is hier te lezen. Het
boek draagt de enigszins mysterieuze titel “Toen ik dood was”.
De hoofdrollen in het verhaal zijn weggelegd voor een
drietal vrouwen die elkaar (nog) niet kennen.
Maryan Brandhorst is getrouwd met Floris Atsma. Maar hun
huwelijksgeluk vertoont fikse barsten. Zij heeft een boezemvriendin in Jasmijn,
wier man Jacob in een verpleeghuis verblijft. Maryan werkt in de thuiszorg. Dan
is er Fanny Lemaire, een alleenstaande vrouw die door haar komaf en door een
dramatische gebeurtenis in haar jeugd voor het leven getekend is. En Thaïs
Brederode maakt het trio compleet. Zij is getrouwd met Tony en moeder van de
vijfjarige May. Ook haar huwelijk staat onder hoogspanning, en dat niet in
positieve zin.
Kort nadat blijkt dat de huwelijken van zowel Maryan als
Thaïs op hun einde zullen lopen, verdwijnen Floris en Tony spoorloos. Bij
toeval blijkt vervolgens dat beide mannen eenzelfde dubbelleven leidden. Heeft
dat met hun verdwijning te maken?
De vriendschap tussen Maryan en Jasmijn bekoelt snel als
Maryan bepaalde signalen opvangt die haar niet bevallen. Als ze vervolgens in
contact komt met Fanny, ontstaan er vriendschappelijke gevoelens die wel érg
ver lijken te gaan.
Thaïs krijgt een bijzondere band met de sympathieke Lidewij.
Dat is nogal opmerkelijk gelet op wat er met Lidewij is gebeurd voor hun ontmoeting.
In korte hoofdstukken vanuit steeds wisselend perspectief
ontwikkelt zich een boeiend verhaal over (on)betrouwbaarheid, vriendschap en de
broosheid daarvan, trauma’s, verbijsterend dubbelleven en schone schijn.
Loes den Hollander behoort tot de absolute top van de
Nederlandse thrillerauteurs. Haar schrijfstijl en woordgebruik staan op zeer
hoog niveau. Als bijna geen ander weet Loes in enkele, veelal korte, zinnen de
lezer te biologeren. En daarna laat ze niet meer los. De korte hoofdstukken
zijn stuk voor stuk even kernachtig als krachtig. Ook nu hebben de
belangrijkste karakters van het verhaal een ruime dosis intrigerende diepgang
meegekregen.
Kort samengevat: het boek is “een échte Loes”.
Opvallend is dat de plot minder complex is dan in veel van
de eerdere boeken van Loes. Het verhaal is evenwel door de vele psychologische
elementen van begin tot eind boeiend.
“Toen ik dood was” is “gewoon” weer een zeer goed boek van
Loes en krijgt vier psychologisch verantwoorde sterren.
Reacties
Een reactie posten