Oek de Jong: Zwarte schuur


Oek de Jong verwierf grote bekendheid met zijn opzienbarende eerste roman “Opwaaiende zomerjurken” in 1979. In 1985 volgde “Cirkel in het gras”. Beide boeken las ik destijds, ze waren erg goed al zijn ze inhoudelijk inmiddels weggezakt in vage herinneringen. De volgende grote romans van De Jong waren “Hokwerda’s kind” (2002) en “Pier en oceaan” (2012). Dat laatste beschouwde De Jong toentertijd als zijn magnum opus.

Of de schrijver nu zijn mening daaromtrent zal gaan bijstellen naar aanleiding van zijn nieuwe boek, is nog niet bekend. Het zou zomaar kunnen, want groots is de lijvige roman “Zwarte schuur” zeker.



Hoofdpersoon Maris Coppoolse, reeds getuige zijn naam een rasechte Zeeuw, is gehuwd met Fran, weduwe van Raf König. Fran heeft twee kinderen uit haar eerste huwelijk. Vooral met dochter Stan heeft Maris een bijzondere band. Zij is een zeer ondernemende dame, als fotografe trekt zij regelmatig naar gevaarlijke oorlogsgebieden.

Maris is een zeer succesvolle schilder en exposeert op het toppunt van zijn roem in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Bij de opening van de tentoonstelling komt vanzelfsprekend de directeur van het Stedelijk prominent in beeld. De Jong beschrijft een type dat sterk doet denken aan Beatrix Ruf.

Het leven van Maris is niet alleen getekend door zijn faam als schilder maar ook door een jeugdtrauma dat hem voortdurend achtervolgt en soms inhaalt. Als de pers er lucht van krijgt, groeien de problemen Maris en Fran bijna boven het hoofd. Maris doet er veel aan om het trauma te verwerken, en ook te bespreken met de drie broers van de betrokkene bij het drama van vijfenveertig jaar geleden. Die zijn daar echter niet van gediend. Het trauma en de gevolgen daarvan drijven Maris bij tijd en wijle tot wanhoop.

“Hij wilde wel ophouden met bestaan, maar je kon niet zomaar ophouden met bestaan.”

Maris heeft veel belangstelling voor andere vrouwen. Zijn omgang met Nadia, de zwangere echtgenote van zijn assistent Oscar, is bijzonder te noemen. En ook de gevolgen van zijn toevallige ontmoeting in Parijs, waar hij is vanwege zijn fascinatie voor de schilder Grünewald, met Ilse zijn niet alledaags.  
Het verhaal eindigt enigszins abrupt op de veerboot naar Texel. De lezer blijft met vragen achter; dat is evenwel zonder twijfel de bedoeling van de schrijver. Je zou het welhaast kunnen zien als een bijzondere vorm van het tegenwoordig veelvuldig gebruikte fenomeen cliffhanger. Maar dat zal niet zo zijn…

“Zwarte schuur” is een prachtig verhaal over vele aspecten van het menselijk leven. Oek de Jong is een meesterlijke verteller met een lenig en onberispelijk taalgebruik waardoor het verhaal de lezer vanaf de eerste zin niet meer loslaat. Heden en verleden bewegen zich soepel en natuurlijk naast elkaar. 

Op 24 september 2019 deed boekhandelaar Manda Heddema bij DWDD een fraaie uitspraak over het boek:

“Het is een gevalletje literaire overmacht.”

En dat is het. Het verhaal is overweldigend in zijn vele schakeringen en zijn rijkdom aan prachtige sfeertekeningen. De belangrijke karakters hebben veel diepgang. Superlatieven schieten tekort: voor velen zal “Zwarte schuur” het vooralsnog magnissimum opus van Oek de Jong zijn.

Vijf stralende sterren voor dit meesterwerk.

Reacties