Stille nacht ?





Een waargebeurd Kerstverhaal

Zelden is Kerstmis bij ons zo tumultueus begonnen als dit jaar. Gisteravond brachten Lucy en ik door voor de tv. We schamen ons er niet voor het toe te geven: ook wij zwijmelden, zij het met een kritische instelling, bij de Kerstspecial van “All you need is love”. Een lekker glas wijn en een paar hapjes leken de komst van een vredige Kerst in te luiden. Hoe anders zou dat worden!

Middenin de nacht waarin het kerstkindje is geboren, maakte Lucy mij wakker met een onrustbarende mededeling. Het was rond half drie. De herdertjes lagen bij nacht in het veld en hielden vol trouwe de wacht, en wij dachten te genieten van een stille, heilige nacht.

“Charles, word wakker, de brandmelders in de gang piepen.” Zo klonk het alarmerend. Uit een diepe slaap gerukt was ik direct paraat, al was ik half bewusteloos. De adrenaline schoot omhoog toen het zeer indringende geluid zich om de ongeveer veertig seconden herhaalde. Lucy en ik gingen op onderzoek uit. Rook was er gelukkig niet te bekennen in huis. Zelfs geen wierook...
Maar het gepiep bleef. Alert ging Lucy googelen naar rookmelders en de techniek ervan. Daaruit dienden enkele acties zich aan. Maar…

De hoge trap die nodig is om bij de rookmelders te kunnen, staat in de schuur. Om daar nou om drie uur ’s nachts naar toe te gaan? Toch maar niet. We waren inmiddels natuurlijk klaarwakker en konden zelfs steekhoudende redeneringen bedenken. Ach, als er geen rook is, zal het alarm niet afgaan. Dus probeer het piepje, hoe doordringend het ook is, te negeren en ga slapen, was de gezamenlijke conclusie. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In het holst van de nacht lig je dan te wachten op het volgende geluid, dat zich steevast weer aandient. En in het achterhoofd speelt dan ook nog de gedachte: stel dat het alarm toch afgaat, wat dan? Geen flauw idee hoe je het dan weer uit moet zetten. Even kijken in de meterkast. Hoera, er is een aparte aardlekschakelaar voor de hal, gang, woonkamer en rookmelders. De techneut in mij zei: even de stroom eraf, resetten en klaar. Mooi niet, dus!

Uiteindelijk hadden we onze schaapjes geteld en vielen we na lang waken met oordoppen toch nog even in slaap.
In de vroege ochtend bleek er niets veranderd te zijn. Het piepje als vervanger van de niet gezette wekker deed zijn werk grondig, en de alarmtoestand trad onmiddellijk weer in. Gelukkig hebben we een overbuurman die vrij technisch is. Dus stak ik vandaag, op Kerstochtend, het straatje over en belde aan. Hij is altijd behulpzaam en ook nu vierde de kerstgedachte hoogtij. “Nu zijt wellekome” werd snel werkelijkheid. Helaas kon hij het gepiep niet uitbannen.

Dan maar de wijzen uit het oosten bellen. Het gepiep in onze stal moest worden opgelost voor de rust van het kindeke. Na enkele telefonische adviezen van de dienstdoende monteur die niet tot het vereiste resultaat leidden, kwam de man als reddende engel op de koffie bij ons. Al wilde hij geen koffie.
Intussen werden de ingebeelde scenario’s steeds heftiger. Dat het gepiep aanhield, terwijl ik alle drie de brandmelders had gedemonteerd, leidde tot de wildste speculaties bij ons. Moet de stal worden afgebroken en herbouwd?

De monteur was er snel, ook al had ik door de telefoon gezegd dat hij eerst rustig zijn kerstontbijt moest afmaken. Hij was maar heel even verbaasd over het blijvende gepiep terwijl de melders op de grond lagen, gedemonteerd door Charles alias Jozef. Lucy alias Maria keek deemoedig toe. We waren er bijna aan toe de losse melders in doeken te wikkelen en heel ver weg in een kribbe te leggen.

En toen sprak de reddende engel de onvergetelijke woorden: “hebt u niet nog ergens een rookmelder in huis?”
Het werd even stil… En toen weerklonk weer een piepend geluid dat uit de zijkamer van de stal leek te komen. Charles deed de deur van die kamer open, keek vol verwachting naar het plafond en zag een stralende ster!
Een vierde rookmelder! En nog wel vlakbij het kribje…



We zakten door de grond van schaamte. Ruim een jaar wonen we al in deze stal, en we wisten domweg niet dat hier boven het kribje ook een rookmelder was geplaatst.
Even later had onze reddende engel de klus geklaard. Wij weten nog steeds niet of hij Caspar, Melchior of Balthasar heette...

De os en de ezel waren er ook getuige van. De os lag wel in de koelkast, tot worst verwerkt. En die ezel, dat ben ik!






Dit is vannacht en vanochtend écht gebeurd.

Wij wensen eenieder die dit leest, een gelukkig en vooral rustig Kerstfeest!  

Reacties