Bibi Dumon Tak: De dag dat ik mijn naam veranderde

 Op 8 augustus 2020 was de roman “De dag dat ik mijn naam veranderde” van Bibi Dumon Tak het boek van de week bij het onvolprezen boekenpraatje van Radio NPO4. 



Het verhaal heeft sterke autobiografische kenmerken. De verteller annex hoofdpersoon Anna is een personificatie van de schrijfster. In het openingstafereel is zij bij de notaris die laatdunkend “oorgier” (de meest agressieve Afrikaanse gier) wordt genoemd. Onderwerp van handeling is het testament van Anna’s overleden zus Lize (haar echte naam was Saar) die gescheiden was en twee minderjarige kinderen heeft, Misha (12) en Rémy (8). Het testament blijkt een fout te bevatten waardoor de ex-man van Lize op een vreselijke manier Anna in haar taak als executeur-testamentair kan dwarsbomen en de kinderen kan weghouden bij de familie.

Anna beschrijft deze man voortdurend als “de man wiens naam ik niet zal noemen”, welke zinsnede steeds vergezeld gaat van een wisselende verwensing, zoals “moge een vallende tak zijn schedel splijten”. De schrijfster spreidt een grote fantasie ten toon bij het bedenken van nieuwe verwensingen.

Het verhaal gaat afwisselend over Lize’s jeugd met Anna, het overlijden van Lize na een ziekteproces waarin zij en haar zus voortdurend zweven tussen hoop en vrees, het overlijden van hun vader en de familieproblemen rond diens begrafenis die voornamelijk worden veroorzaakt door de ex-zwager van Anna.

“We waren rekbaar als spindraad, maar wel wat minder sterk.”

Bij haar werk als executeur-testamentair vindt Anna propjes papier…

“Na zorgvuldig gladstrijken konden we lezen wat erop geschreven stond. Het waren lieve berichtjes die alleen voor Rémy en Misha waren bestemd. Voor na haar dood. Maar Lize had ze zo ver weggestopt dat niemand ervan kon weten. We vonden ze bij toeval. Die propjes waren weggestopt omdat ze natuurlijk nooit nodig zouden zijn. Maar ze zijn wel nodig, hè Lize? Ergens wist je dat het helemaal verkeerd zou aflopen.”

Anna heeft met dit verhaal als het ware een brief als eerbetoon aan haar overleden zusje geschreven. Na het overlijden van haar vader komt het einde van de monoloog van Anna in zicht. Opnieuw richt ze zich tot haar overleden zusje.

“Lize, dit was mijn verhaal. Ga nu maar. Neem papa bij de hand en kom niet meer terug. Ik zal mijn naam niet veranderen. Ik weet dat jij dat nooit zou willen.”

Bibi Dumon Tak heeft een mooie schrijfstijl. Zonder opsmuk raakt zij de kern van de soms gelukzalige maar meestal droeve omstandigheden waarin zij en haar zusje verkeerd hebben. Het is veelal hartverscheurend. De naargeestige en weerzinwekkende handelwijze van de man wiens naam niet wordt genoemd –dat gebeurt tegen het einde van het boek tóch enkele keren- roept regelrechte afkeer op bij de lezer. Hij bedrijft een extreme vorm van geestelijke mishandeling van de betrokkenen. Het niet noemen van de naam van deze figuur is een veel herhaald vast element in het boek. Lange tijd is dat aardig door de creativiteit van Dumon Tak. Het gaat echter wel erg lang door waardoor het uiteindelijk wel een beetje een “gimmick”, een foefje wordt.

De gebeurtenissen worden alternerend in de tijd beschreven. Dat doet geenszins afbreuk aan de leesbaarheid. Wat opvalt is de keuze van de namen van de zussen. Het samenstel van hun namen lijkt sterk op “analyse”, en dat is ook wel wat er in het boek gebeurt over het onderwerp familieproblematiek in de breedste zin des woords. Of de schrijfster dit heeft bedoeld?

“De dag dat ik mijn naam veranderde” is een boeiende roman met gevoelige en ook zware onderwerpen. Bibi Dumon Tak heeft de structuur van het verhaal zodanig gecomponeerd dat het ondanks de dramatische inhoud toch voor de lezer goed te verwerken is. Dat komt mede door de eerdergenoemde gimmick die soms ook een glimlach oproept.

Het boek hoort thuis in de categorie “zeer goed” en krijgt vier sterren.

 

Reacties