J.M.A. Biesheuvel: Vroeger schreef ik (Gevonden verhalen)
Vorig jaar verscheen hier een bespreking van het prachtige boekje in dundruk “Schip in dok” , een eerbetoon aan de op 30 juli 2020 overleden schrijver van korte verhalen Maarten Biesheuvel. Voor een aantal wetenswaardigheden rond het leven en werk van Biesheuvel verwijs ik ter voorkoming van herhalingen naar die recensie.
In maart 2021 verscheen bij Uitgeverij Brooklyn een verrassende bundel verhalen van Biesheuvel. Met als titel “Vroeger schreef ik” zijn vele na de dood van de schrijver gevonden verhalen samengebracht, aangevuld met eerder in diverse bladen gepubliceerde stukken. Het boek bevat maar liefst 56 korte en soms ultrakorte verhalen. Vele daarvan zijn weer Maarten Biesheuvel ten voeten uit. Absurdisme van extreem niveau, krankzinnige fantasieën, totaal onverwachte wendingen en een wereld die alleen Biesheuvel kon scheppen met zijn fraaie, eenvoudige én uiterst oorspronkelijke taalgebruik.
Vele verhalen uit dit boek maken een onuitwisbare indruk,
enkele zijn eigenlijk niet van de kwaliteit-Biesheuvel. Daar kom ik aan het
eind van deze bespreking op terug.
Het begint meteen al heerlijk met “Goede reis, Johannes!”,
over ketelbinkie Johannes die zijn lichtelijk beangstigende vuurdoop ondergaat
als hij voor het eerst aanmonstert op een schip.
De drie verhalen over behangkabouter Gompeltje zijn typerend
voor de onbegrensde fantasie van de schrijver. Werkelijk hilarisch is “De
wedstrijd” over de eerste tenniservaringen van de schrijver. “Liefdesleed” gaat
over liefdesverdriet, en “De wethouder” is een fraaie aanklacht tegen de
corruptie in de politiek, waarbij het luxe leventje van de wethouder een wel
héél onverwachte wending krijgt.
Indruk maken ook zeker “Rhodos”, een wel heel bijzondere
vakantie die eindigt met een onwaarschijnlijke juridische claim die ook nog succes heeft, “Bij de dierenarts”
over de sfeer in de wachtkamer aldaar, “Brand” over de obsessie van de vrouw
des huizes om zich tot in het absurde te wapenen tegen brandgevaar, en “De rode
Camaro” met een totaal uit de hand lopende jongensdroom van een
studentenpredikant en een raadsheer bij de Hoge Raad. En zo zijn er nog veel
meer.
De eerste zin van het verhaal “De kloof” luidt:
“Mijn leven is een
gang door een lange zwarte tunnel”
En zo was het. Maarten en Eva hebben een leven geleid met hoogtepunten,
maar ook met vele diepe dalen. Ook in dit boek geeft Maarten diverse malen op
ontroerende wijze blijk van zijn diepe en onvoorwaardelijke liefde voor Eva die
ook volledig wederzijds was.
In het nawoord beschrijft uitgever Aart Hoekman de totstandkoming
van “Vroeger schreef ik”. De plannen waren in wording en werden doorkruist door
het overlijden van Biesheuvel. Dankzij de medewerking van de rechthebbende van
de verhalen, Sonja Ververs-Gütlich, kon deze bundel verschijnen. Voor de
Biesheuvelbewonderaars en ook voor “gewone” liefhebbers van absurdistische en
anderszins opmerkelijke korte verhalen is het een zeer waardevol document.
"Sunny home" in Leiden van Maarten en Eva Biesheuvel waar de ongepubliceerde verhalen werden gevonden
Het streven van de uitgever naar volledigheid heeft twee
kanten. Enerzijds is daardoor een onmisbare aanvulling op de uitgaven met het
werk van Biesheuvel ontstaan, anderzijds bevat het boek een paar verhalen die
niet het gebruikelijke hoge niveau van de schrijver halen. Biesheuvel had de
gewoonte al dan niet voltooide verhalen die hem niet bevielen, te verscheuren.
We kunnen slechts raden of de schrijver met publicatie van alle gevonden
verhalen zou hebben ingestemd.
Hoe dan ook, “Vroeger schreef ik” is een zeer waardevolle
aanvulling op de eerder verschenen boeken met verhalen van Biesheuvel. Het maakt
daarmee ook deze verhalen onvergankelijk.
Reacties
Een reactie posten