Jan van Mersbergen: We moeten praten
In Eus’ Boekenclub van 19 november 2023 was Jan van Mersbergen te gast. Zijn nieuwe boek “We moeten praten” werd daar besproken. Het was interessant, reden om het boek zelf te lezen. En dat was een waar genot.
Het verhaal bestaat uit drie delen. Het eerste deel heet “PRATEN”.
De tienjarige Koen zit in klas/groep 7B bij juf Selin. Hij heeft op school nog nooit een woord gezegd. Koen is getraumatiseerd door het plotselinge vertrek van zijn moeder Helena naar haar geboorteland Griekenland. Sinds een latere dramatische gebeurtenis woont hij bij zijn zorgzame “opa” die niet zijn biologische grootvader is. Deze ziet dat Koen een zeer intelligente jongen is en brengt hem al op vroege leeftijd kennis op velerlei vlakken bij.
“Koen praat niet, maar
begrijpt alles.”
Als op school het moment van een verplichte spreekbeurt
aanbreekt, zwijgt Koen tot veler verbazing niet langer. Hij houdt een
indrukwekkend urenlang betoog over zijn levensgeschiedenis.
“Ik ga jullie alles
vertellen en dus ook waarom ik zo lang mijn mond heb gehouden. Juf Selin zei
een paar weken terug dat ik eigenlijk ook een spreekbeurt moest houden, dat ik
ingedeeld moest worden op een dag. Toen knikte ik. Mijn spreekbeurt is lang. We
zullen misschien een keer pauze moeten houden.”
Als hij met vader boodschappen gaat doen,
stuiten ze op een doodgereden zwaan. De andere zwaan van het koppel speelt vanaf
dat ogenblik een grote rol in het wereldje van Koen. Zijn spreekbeurt behandelt
op indrukwekkende wijze alle belevenissen in zijn jonge leven.
In het tweede deel getiteld “Moeten” is vader aan het woord.
Hij is getroffen door teelbalkanker en worstelt daar al jaren mee. Na het
vertrek van zijn vrouw naar Griekenland zorgt hij liefdevol voor Koen. Maar een
tragedie is op komst. Als vader bezig is met de was terwijl Koen slaapt,
voltrekt zich een drama. Dat wordt ontdekt door een oudere buurtgenoot die Koen
als ware hij diens opa in huis opneemt.
“We” is de titel van deel drie. Daarin is “opa” aan het
woord. Hij is op de dag van de spreekbeurt naar school getogen om Koen op
afstand te steunen. Daarbij raakt “opa” in gesprek met de conciĆ«rge waarin hij
het verhaal verder vertelt. Het is prachtig en aangrijpend.
Jan van Mersbergen heeft een fraaie schrijfstijl. In vaak zeer korte zinnen schetst hij razendsnel intrigerende taferelen en
gebeurtenissen. Zijn taalgebruik is even eenvoudig als mooi, geen moeilijke
woorden noch lastige metaforen. Het verhaal is fraai gecomponeerd en origineel.
Het geeft een boeiende inkijk in de kinderziel van een zeer slimme jongen voor
wie het leven op jonge leeftijd al zware trauma’s bracht. Van Mersbergen vlecht
op licht humoristische wijze af en toe staccato wat typisch Brabants taalgebruik van "opa" in
het verhaal.
De rode draad in het verhaal is onder meer het wel en wee
van de zwaan. Dat wordt mooi en invoelend beschreven. Als “opa” samen met Koen
in de kamer van de conciƫrge is na afloop van de spreekbeurt, is het
bijzonder fraaie slot van het boek:
“De oude man slaat
zijn arm om de jongen heen en samen kijken ze door het raam naar de zwaan, die
haar kop draait. Iets in haar donkere ogen vertelt dat ze hem gezien heeft, dat
ze niet voor niets verschenen is, dat de onzichtbare band die er tussen hen
bestaat er ook op dit moment is, voor altijd.”
Reacties
Een reactie posten