Terry Hayes: Het jaar van de sprinkhaan

In 2014 verscheen de eerste thriller van Terry Hayes. Dat lijvige boek met als titel “Ik ben Pelgrim” werd destijds gelanceerd als de thriller van het jaar en verwierf een ware cultstatus. Mijn recensie uit 2014 roeide nogal tegen de stroom in. Waar vrijwel iedereen lyrisch was over het boek, kende mijn beoordeling enkele substantiële punten van kritiek.

Maar liefst negen jaar na dato verscheen op 9 november 2023 het tweede werk van Hayes. Nieuwsgierigheid had de overhand en daarom komt nu “Het jaar van de sprinkhaan” aan de orde. Ook dit boek kent een forse omvang, het telt niet minder dan netto 753 pagina’s.


Geheim agent Ridley Kane werkt voor de CIA vanuit het hoofdkantoor in Langley. Zijn echtgenote Rebecca is medisch specialist in een ziekenhuis en weet niet (precies) waar Kane zich in zijn werk mee bezighoudt. In een van de eerste scènes verraadt een spion met bijnaam De Duitser in Teheran tien collega’s, wat tot een publieke massaexecutie van deze mannen leidt. Een mysterieuze spion met de bijnaam De Magus is ook op het toneel.

Kane krijgt een loodzware opdracht. Hij moet via Karachi naar Iran, op zoek naar de leider van het terroristische Nieuwe Islamitische Leger van de Zuiveren, een afsplitsing van IS. Een koerier van dat Leger biedt aan de CIA informatie aan voor een astronomisch lijkend bedrag, waar Falcon Rourke, hoogste man van de CIA, op ingaat.

Kane reist door onherbergzaam gebied en ondergaat uit veiligheidsoverwegingen noodgedwongen vele ontberingen. Na een heldendaad onderweg waarbij hij een vrouw en haar twee dochters van een wisse dood redt, raakt hij in grote  moeilijkheden. Hij wordt opgejaagd door drones en strijders van het Leger en wordt gevangengenomen door de extreem gevaarlijke terrorist met “werknaam” Al-Tundra. Deze blijkt ondanks andere veronderstellingen bij de CIA gewoon in leven te zijn. Zijn ware identiteit wordt duidelijk, maar daar heeft Kane weinig aan want zijn einde lijkt nabij.

Op het moment dat Al-Tundra alias Roman Kazinski de executie van Kane en nog iemand anders op extreem wrede wijze wil laten voltrekken, weet Kane op uiterst miraculeuze wijze te ontsnappen. Via Dubai komt hij weer thuis in de VS. Dan ontstaat een nieuwe technologisch ongelooflijk geavanceerde klopjacht op Kazinski. Daarbij worden hypermoderne opsporingsmethoden en hulpmiddelen gebruikt om de gevreesde terrorist uit te schakelen. De eerste grondige poging daartoe mislukt jammerlijk door de bijna bovenmenselijke geslepenheid van Kazinski.

Een nieuwe missie van Kane moet gaan plaatsvinden met behulp van een supermoderne onderzeeër. Die missie leidt echter tot een gigantische catastrofe met een wel heel onwaarschijnlijke redding van Kane zelf. Dan volgt een lang intermezzo met sterke kenmerken van sciencefiction zoals onder meer orks waarin de voorgenomen vernietigende wereldwijde aanslag van Kazinski op de mensheid een hoofdrol speelt.

Het slotakkoord is een iconisch gevecht tussen Kane en Kazinski ergens in Rusland dat elk redelijk voorstellingsvermogen te boven gaat.

Terry Hayes heeft een geweldige schrijfstijl en dito fantasie. Dat is buiten kijf. Hij schrijft prachtig gedetailleerd, meeslepend en filmisch, en zijn kennis van de meest moderne technologieën is (of lijkt?) realistisch en encyclopedisch. Het verhaal is zonder meer knap gecomponeerd en zeer aansprekend voor de liefhebbers van spionageverhalen waarin niets onmogelijk is. Deze elementen zouden leiden tot een buitengewoon hoge waardering, ware het niet dat enkele gebeurtenissen in het boek wel érg vergezocht zijn.

De ontsnapping uit de gevangenschap bij Al-Tundra is zeker na de vele daaraan direct voorafgaande ontberingen hoogst onwaarschijnlijk, het is zo ongeveer de overlevingskunst van James Bond tot de vijfde macht. Zulks geldt ook voor het overleven van de gebeurtenissen rond de onderzeeër. Het zal doorgewinterde liefhebbers van dit soort spionagethrillers vermoedelijk een zorg zijn. Voor hen heeft “Het jaar van de sprinkhaan” alle eigenschappen van een bloedstollende, zeer spannende en voortdurend boeiende wedloop tussen het goede en het kwade.

Bij het waar mogelijk uitschakelen van mijn subjectieve benadering is dit boek als zeer goed te kwalificeren. De diverse onwaarschijnlijke, ongeloofwaardige aspecten en taferelen leiden mij echter tot een waardering van meer dan goed, maar niet zeer goed. Dat betekent derhalve drie-en-een-halve ster voor “Het jaar van de sprinkhaan”.

 

  

Reacties