P.F. Thomése: De onderwaterzwemmer
Kort geleden is de prachtige nieuwe roman “Black-out” van P.F. Thomése hier besproken. Dat boek smaakte naar meer, en dat kwam verrassend snel tijdens de recente vakantie op Madeira in de vorm van de roman “De onderwaterzwemmer” uit 2015.
Het verhaal speelt zich af in drie tijdsgewrichten met intervallen van dertig jaar. In 1944 besluiten vader en zijn 14-jarige zoon vanuit nog bezet gebied ’s nachts de rivier over te zwemmen die hen scheidt van al bevrijd gebied. Dat loopt niet goed af. Zoon bereikt met veel moeite de overkant, maar vader komt niet aan. Zoon Martin (Tin) wacht lange tijd op zijn vader in de uiterwaard bij Hedel.
“Hij vraagt zich af
waarom hij niet hoeft te huilen. Het zou een oplossing zijn. Papa’s afwezigheid
slaat dood in zijn gedachten, zo onvoorstelbaar is het, dat hij er niet is. De
onbegrijpelijkheid ervan reikt verder dan de overkant, verder dan de bocht in
de rivier, verder dan de grijze bewolking die de lucht dichttrekt, verder dan
zijn ogen en zijn gedachten reiken. Het is niet te geloven en dus gelooft hij
het niet.”
Tin wordt opgevangen door kerkgangers. Intussen wordt er aanvankelijk
zonder zijn medeweten naar vader gedregd.
“Hij wil dat ze
daarmee ophouden. Papa is geen onderwaterzwemmer, dat weet hij zeker.”
Vervolgens wordt Tin met een roeiboot in de nacht teruggezet
naar de overkant. Dan volgt een sprong in de tijd. In 1974 reist Tin met zijn
vrouw Victorine naar Afrika om via Foster Parents een albino te adopteren. Het
wordt een vreselijke reis. Op het vliegveld van Charleville wordt hun bagage
gestolen door corrupte ambtenaren. Op weg naar het dorp in de binnenlanden waar
hun adoptiezoon woont, verdwijnt Victorine plotseling. Zij wordt na een
ingrijpende zoektocht gevonden met een zware zonnesteek en volkomen uitgedroogd.
Victorine overlijdt op de terugweg naar Charleville in de auto. Adoptiezoon
Salif gaat wel mee.
Deel 3 speelt zich af in Havana in 2004. Tin ligt in
deplorabele toestand in het ziekenhuis na een val bij zijn bezoek aan Salif en
diens gezin. Salif is arts aldaar en probeert Tin zonder resultaat te helpen.
Dochter Nikki heeft na de dood van Victorine gebroken met haar vader Tin, maar
zijn kleinzoon Victor komt volkomen onverwacht op bezoek bij Tin en wil hem
repatriëren.
“Tin merkt dat diens
onverwoestbare hoop bij hem begint aan te slaan. Of had hij die zelf bij zich,
was die ongeweten al die jaren, al die mijlen met hem meegezwommen? Helemaal
naar dit eiland buiten de tijd. Misschien is dit de overkant en moest hij eerst
echt alles kwijt zijn om uiteindelijk de weg naar huis te kunnen aanvaarden.”
Thomése heeft een schitterende, bij tijden bijna poëtische
schrijfstijl, zoals ook moge blijken uit de hiervoor opgenomen citaten. Hij
kiest zijn woorden uiterst zorgvuldig en geeft zijn werk daarmee een puur literair
karakter. Maar dan wel toegankelijk en zonder bombastische uithalen.
Het verhaal over Martin (Tin) beslaat een periode van zestig
jaar die in drie stukken is geknipt. Elk deel heeft hetzelfde thema: verlies.
Wat doet een verlies van een zeer nabij staand persoon met iemand? En in
hoeverre levert dat een schuldgevoel op? De levensgeschiedenis van Tin is vol
dramatische gebeurtenissen. Achtereenvolgens verliest hij zijn vader, zijn
echtgenote, het contact met zijn enige kind en tot slot zichzelf (bijna of
helemaal?) door een onbenullig ongelukje.
“De onderwaterzwemmer” is weliswaar een zwaarmoedig verhaal,
maar het is ook zeer inhoudsrijk en van hoge kwaliteit. Het boek krijgt vier -vanwege
het centrale thema vallende- sterren.
Reacties
Een reactie posten