Paolo Cognetti: Zonder de top te bereiken


Door zijn verpletterende entree in Nederland met het schitterende “De acht bergen” (2016) vestigde Paolo Cognetti in 2017 in één klap alhier zijn naam als schrijver. Het verhaal is een prachtig epos over zuivere vriendschap, liefde, de rol van het lot in het leven, eenzaamheid, natuurpracht en niet in de laatste plaats de dood.

Na dit prachtige boek verschenen achtereenvolgens twee oudere werken van Cognetti, te weten “De buitenjongen” (2013/2018) en “Sofia draagt altijd zwart” (2012/2019) in Nederlandse vertaling. Deze boeken maakten, althans op mij, veel minder indruk. 

Dit jaar verscheen “Zonder de top te bereiken”, oorspronkelijk uit 2018. Vermoedelijk is dit zijn meest recente boek.



Het verhaal speelt zich af in het Dolpo-gebied, gelegen in de Himalaya in Noordwest Nepal. De verteller, de ik-persoon, onderneemt in oktober 2017 een bergtocht op grote hoogte (+5000 meter) met zijn vrienden Nicola en Remigio. De Nepalese gids Sete en zijn helpers vergezellen de klimmers. De verteller weet dat hij op hoogtes boven 5000 meter fysieke problemen ondervindt, doch hij probeert die te trotseren. Hij daagt zichzelf uit en geniet intussen van de kleine dingen. Het verhaal is zeer traag met af en toe mooie beschrijvingen van natuurschoon, zoals bijvoorbeeld over de typische bergdieren de blauwschapen.

“Ze hadden een kortharige, vaalwitte vacht met een zilverachtige weerschijn en dezelfde lichaamsbouw als gemzen. Te midden van de kudde lag één mannetje met grote gekromde horens, dat me aanstaarde als waren we gelijken. De vrouwtjes graasden onder een watervalletje, sommige met jong, en na kort te zijn opgeschrikt door mijn komst gingen ze rustig liggen herkauwen.”

Paolo Cognetti heeft een mooie beeldende schrijfstijl. Het verhaal is aardig, maar niet meer dan dat. Anders dan “De acht bergen” dat langzaam op gang kwam maar vervolgens veel diepgang bleek te bieden, blijft het nu besproken boek tamelijk oppervlakkig. De vriendschap tussen de reisgenoten wordt niet echt uitgediept en er gebeurt niet veel. 
Ofschoon het mooi is te zien hoe de verteller geniet van kleine dingen als de band met een toevallig langskomende hond, is het verhaal niet boeiend. Het blijft oppervlakkig zonder voldoende dynamiek. Voor sommige lezers zal dat tóch aansprekend zijn door het mooie proza, maar als je met volle teugen van “De acht bergen” genoten hebt, zal de vrijwel onontkoombare conclusie zijn dat “Zonder de top te bereiken” dat niveau bij lange na niet haalt. 
Cognetti kan prachtig schrijven over de bergen in de Himalaya, maar het is een niet goed gelukte herhaling van het voorafgaande.

“Zonder de top te bereiken” is daarmee een spreekwoordelijke titel die op tweeëneenhalve ster blijft steken.  

Reacties