Stephen Fry: Troje

 Het verhaal van de Trojaanse oorlog is in brede kring bekend. De “Ilias” en “Odyssee” van Homeros zijn klassiekers. De eerste gaat over de bedoelde oorlog (Ilias houdt verband met Ilos, de oude naam van Troje), de tweede beschrijft de bekende omzwervingen van Odysseus na afloop van de oorlog.

De veelzijdige Engelsman Stephen Fry schreef “Troje”, een verhaal van liefde en oorlog, dat in november 2020 in Nederland verscheen. 



In de aanloop van het verhaal komt de ontstaansgeschiedenis van Troje uitgebreid aan bod. Daarbij wordt de lezer bestookt met een waar mitrailleurvuur van namen die een rol spelen. De schrijver realiseert zich dat terdege.

“Houd vol, beste lezer, houd vol. Een geografische en genealogische sneeuwstorm heeft deze bladzijden al met een dikke laag bedekt, maar er zijn  -  zoals altijd bij Griekse mythen- enkele essentiële draden in het wandtapijt, als je me de wisseling van metafoor wilt vergeven, die in heldere kleuren moeten worden uitgevoerd om de lijnen van het verhaal duidelijk te kunnen volgen.”

De tien jaar durende oorlog tussen de Grieken en de Trojanen werd ontketend door de schaking van de beeldschone echtgenote Helena van de koning van Sparta Menelaos. Die ontvoering gebeurde door de Trojaanse prins Paris. Deze man kende een merkwaardige jeugd. Als tweede zoon van koning Priamos en Hekabe na de befaamde Hektor was hij bij zijn geboorte verstoten en groeide op onder de hoede van Agelaos. Later wordt hij herkend door de zieneres Kassandra en alsnog opgenomen in zijn familie. 

Als Helena met Paris in Troje woont, trekken de Grieken met een enorme strijdmacht op naar Troje om haar terug te halen. Namen als Agamemnon, Menelaos, Ajax, Diomedes, Achilleus, Palamedes en Odysseus spreken nog immer tot de verbeelding.

Kenmerkend voor de oorlog is de invloed van de goden op de strijd. Aanvankelijk wil Zeus zijn handen en die van de andere goden ervan afhouden.

“Laat de mensheid zichzelf maar aan stukken scheuren.”

In het tiende jaar van de oorlog wordt de beslissing bereikt door de bekende list met het paard. Daar is nu het computervirus “Trojan horse” naar genoemd. Het slot van de confrontatie is zeer gewelddadig en wreed. De verzuchting van oppergod Zeus is dan ook:

“Had Prometheus me al die jaren geleden maar niet overgehaald om de mensheid te scheppen. Ik wist dat dat een vergissing was.”

Stephen Fry heeft het aloude klassieke epos een modern jasje gegeven. Hij heeft een goede schrijfstijl en is een meesterverteller. Het verhaal van de Trojaanse oorlog is tijdloos en immer boeiend, ook als de lezer de wederwaardigheden ervan in grote lijnen of wellicht in detail al kent. In mijn jeugd las ik bijna zestig jaar geleden de Ilias in het Nederlands van Dr. O. Damsté in een Prismaboekje en vanaf 1965 stonden de Ilias en de Odyssee in het oud-Grieks van Homeros jarenlang op het menu bij de boeiende lessen Grieks van onder meer Fik Meijer. Niettemin is de verfrissende versie van Fry een genot om te lezen.

Maar Fry is wel doorgeschoten in zijn onstuitbare drang om de personen rond de stichting van Troje en de latere oorlog zo volledig mogelijk ten tonele te voeren. Het geeft weliswaar blijk van een grote eruditie van de schrijver, maar is wel te veel van het goede. Na het zware begin wordt het lezen later gemakkelijker. Het wordt dan een échte weergave van de meest boeiende gebeurtenissen van deze oorlog, waar het gaat om vriendschap, heldendom, liefde en ook list en bedrog.

“In deze grootse mythe wordt de mens tot op het bot ontleed.”   

Aldus de laatste zin van de flaptekst. Die is zeer treffend gekozen.

“Troje” is een zeer lezenswaardig boek. Het bombardement met namen vooral in het begin moet worden doorstaan en geldt hier als punt van lichte kritiek, maar daarna is het waar leesgenot. Een interessante verhandeling over “Mythe en werkelijkheid” achterin het boek biedt de lezer mooie stof tot overdenking.

Het boek is lastig in sterren te waarderen. Voor lezers die van veel details en achtergronden houden is het een zeer goed boek, met vier sterren. Voor lezers die meer houden van grote lijnen zonder (in den beginne) eindeloze details, is het zeker een goed boek, en alsdan drie sterren.   

Reacties