Jonas Jonasson: De profeet en de idioot
De Zweedse auteur Jonas Jonasson brak in 2011 direct door met zijn debuutroman “De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween”. Daarmee werd hij de grondlegger van een nieuw genre. In zijn boeken wordt verregaande, soms ook melige humor gecombineerd met maatschappijkritiek. Ik las dit boek met veel genoegen, maar ver voordat ik recensies ging schrijven. Het was in mijn huidige herinnering destijds op zijn minst een viersterrenboek.
Daarna kwamen “De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje”(2013), “Gangster Anders en zijn vrienden (en een enkele vijand)”
(2015) en “De 100-jarige man die terugkwam om de wereld te redden” (2018). Dat
waren stuk voor stuk heerlijke boeken. Het in 2020 verschenen “Zoete Zoete Wraak
bv” is mij ontgaan.
Op 15 november 2022 verscheen de nieuwe roman van Jonasson “De profeet en de idioot”. Wederom is het een absurdistisch verhaal waar deze auteur patent op heeft. Het draait om een viertal wel héél verschillende hoofdpersonen en speelt in 2011. Allereerst zijn er de broers Fredrik en Johan Löwenhult. Fredrik is een veelbelovende diplomaat, althans dat vindt hij zelf. Hij woont aanvankelijk samen met Johan in een gigantisch appartement in de duurste straat van Stockholm. Fredrik kleineert zijn broer voortdurend en noemt hem de idioot. Als Fredrik gaat werken op de Zweedse ambassade in Rome, verkoopt hij het appartement en licht daarbij zijn broer op grove wijze op. De goedgelovige en zeer eenzijdig ontwikkelde Johan is een briljante kok, maar is verder de onbenulligheid zelve. Fredrik koopt voor Johan een camper en maakt hem wijs dat die zijn aandeel in de opbrengst van het appartement weerspiegelt.
Op een wel zeer bijzondere wijze ontmoet Johan op 26
augustus 2011 de autodidactische astrofysicus Petra Rocklund. Zij heeft met een
uitgebreid stelsel wiskundige vergelijkingen berekend dat de wereld op 7
september 2011 zal vergaan en is daarmee de profeet. Door een speciale
wereldwijde natuurramp zal iedereen die dag door bevriezing sterven.
Petra en Johan blijven bij elkaar en krijgen gezelschap van
de 75-jarige Astrid uit Dödersjö. Gedrieën besluiten zij met de camper naar
Rome te reizen om Fredrik aldaar de les te lezen voor zijn verwerpelijke gedrag
jegens zijn broer. Het wordt een doldwaze trip. Dan komen enkele grootheden ten
tonele, zoals Gorbatsjov, Aleksandr Kovaltsjoek, Ban Ki-moon en Obama.
Als ons drietal in Rome arriveert, worden zij uitgenodigd op
een diplomatieke borrel in de Zweedse ambassade. Daar zijn ook Ban Ki-moon en
Obama aanwezig. Johan legt probleemloos contact met Obama die voor de idioot
heel toegankelijk blijkt. Dat leidt tot lastige gevolgen voor diplomaat
Fredrik.
Johan vervult een glansrol in het verhaal. Hij kookt
fantastische maaltijden voor zijn reisgenoten in de camper. En hij staat garant
voor de meest lachwekkende uitspraken.
“Iedereen kan een fout
maken”, zei Johan, die wist waar hij het over had.
Op wonderbaarlijke wijze belanden de drie in het Afrikaanse
ministaatje De Condoren, een eilandje in de Indische Oceaan. Ook daar beleven
zij bijzondere en uiteindelijk hachelijke avonturen. President Aleko van dat
landje is een dictator en een notoire dwarsligger die de andere landen van de
Afrikaanse Unie ergert. Het verschijnsel topconferentie wordt in het verhaal
meesterlijk op de hak genomen. Een gigantisch financieel schandaal door
corruptie maakt Aleko en de drie vrienden de grond van de Condoren te heet
onder de voeten. Met behulp van Västerbotten-kaas eindigt het boek met een
fraai slotakkoord in de Verenigde Staten.
De auteur heeft een werkelijk uniek genre ontwikkeld. Zijn
pen zit boordevol humor en voortreffelijk lopende zinnen. Daarin weet hij
amusante baarlijke nonsens soms bijna onmerkbaar te vermengen met serieuze
thema’s. Tussen de geweldig ontspannende humor ontwaart de oplettende lezer
onderwerpen als corruptie, machtswellust, gebrek aan respect, slechte
familieverhoudingen, politieke en financiële schandalen, grootschalige oplichting
en schimmige handelwijze van banken.
“De profeet en de idioot” garandeert met zijn netto 392
pagina’s vele uren van absolute ontspanning. Je moet wél van melige en
absurdistische humor houden, maar dan is het ook een verademing in deze sombere
tijden vol polarisatie en andere ellende.
Jonas Jonasson heeft zichzelf zo mogelijk nog overtroffen en
krijgt voor dit boek vijf glanzende sterren.
Reacties
Een reactie posten