Klaus-Peter Wolf: Een klankbad voor Rudi D.
In 2017 verscheen “Doodse stilte op het wad” van de Duitse
auteur Klaus-Peter Wolf bij Uitgeverij Stortebeeker. Dat boek bood door de
soepele schrijfstijl en de waarlijk originele benadering –een bedrieger en
moordenaar in de hoofdrol- én plot een
genoeglijke leeservaring. Toentertijd was al duidelijk dat het om een trilogie
ging, waardoor de lezers met spanning uitkeken naar het tweede deel. En dat is
er nu, met als tamelijk mysterieuze titel “Een klankbad voor Rudi D.”.
Sinds het Johannes Theissen alias Dr. Bernhard Sommerfeldt na zijn verregaande daden te heet onder de voeten is geworden in het plaatsje Norden in Oost-Friesland, woont hij in Gelsenkirchen. Om verklaarbare redenen heeft hij een nieuwe identiteit aangenomen. Hij noemt zich nu Rudi Dietzen, de werkelijke naam van de bekende schrijver Hans Fallada die hij als literatuurliefhebber bewondert. “Rudi” mist zijn geliefde Beate enorm. Zij is achtergebleven in Norden en krijgt het bij een leesbevorderingsproject op haar school aan de stok met Tido Lüpkes, een dominant lid van de ouderraad.
“Op ouderavonden praat
hij altijd zo zalvend, met zachte stem. Maar in werkelijkheid is hij een
tikkende tijdbom.”
Als Rudi daarvan hoort, besluit hij Beate te helpen op zijn
geheel eigen wijze. Aldus geschiedt. Daarna neemt hij telefonisch contact op
met politie-inspecteur Ann Kathrin Klaasen die al geruime tijd wordt gebiologeerd
door de opsporing van een seriemoordenaar.
Een rode draad in het verhaal is de slechte relatie tussen
Rudi en zijn moeder.
“Als kind had ik het
gevoel dat de grond zich ter plekke onder me opende en dat ik in de afgrond van
de hel zou vallen. In de diepte wachtten boze geesten, die me wilden
bestraffen. Dat hoefde ze niet zelf te doen, daar had ze haar beulsknechten
voor.”
Rudi zoekt ook contact met journalist Holger Bloem, omdat
hij zijn verhaal correct over het voetlicht wil hebben. Als hij een
opmerkelijke opdracht aanvaardt van een zekere Heiner Graff, stapelen de
heftige gebeurtenissen zich op. Beate stelt Rudi ernstig teleur, en zijn
voormalige assistente Cordula Baumann blijkt smoorverliefd op hem te zijn en
bereid alles te doen om haar liefde te bewijzen.
Daarmee komt een intrigerende plot tot stand die tot een
zeer origineel einde van het verhaal leidt dat gepaard gaat met een al even
originele cliffhanger voor het derde deel van de serie.
Klaus-Peter Wolf heeft de hooggespannen verwachtingen na het
eerste deel zonder meer waargemaakt. Zijn schrijfstijl is mooi en gedegen, en
hij is een waarachtige verteller. Zonder opsmuk en wars van gezochte metaforen weet
hij in eenvoudige taal de lezer in te palmen en vast te houden tot en met de
laatste bladzijde. De opzet van het verhaal is wederom van hoog oorspronkelijk
gehalte. Het einde is juist gelet op de komst van een derde deel allesbehalve
voor de hand liggend. Het lijkt of het doek valt voor de hoofdpersoon doch te
gelegener tijd zal blijken dat zulks anders is. De lezer raakt nu al ten
zeerste benieuwd naar het sluitstuk van de trilogie. Hopelijk krijgt en ziet de
uitgever mogelijkheden dat binnen redelijke termijn te laten verschijnen in het
Nederlandse taalgebied.
De eindredactie van het boek is van zeer hoge kwaliteit. Er
is slechts één, en dan ook nog niet erg belangrijk, puntje van kritiek. De
titel “Een klankbad voor Rudi D.” is weliswaar uit het verhaal enigszins
verklaarbaar, maar hij spreekt niet erg aan. Marketingtechnisch was het
wellicht beter geweest de Duitse titel van het boek “Totentanz am Strand”
letterlijk te vertalen. Het is te hopen dat dit de interesse in het boek niet
in negatieve zin beïnvloedt. Want het is een zeer lezenswaardig boek, waarbij
het vooraf lezen van “Doodse stilte op het wad” niet per se noodzakelijk is,
maar wel degelijk aanbeveling verdient gelet op de ontwikkeling van diverse
karakters.
“Een klankbad voor Rudi D.” is een zeer goed boek en
verdient vier stralende sterren.
Reacties
Een reactie posten