John Williams: Butcher's Crossing

De prachtige romans "Stoner" en "Niets dan de nacht" van John Williams zijn hier eerder besproken. Maar "Butcher's Crossing mag in dit rijtje eigenlijk niet ontbreken. Daarom  alsnog de originele bespreking uit december 2013.

Pas bijna twintig jaar na zijn dood werd het oeuvre van de Amerikaanse schrijver John Williams (1922-1994) in Nederland ontdekt. Zijn schitterende boek “Stoner” dat ik hier op 20 september 2013 besprak en vijf sterren gaf, is recentelijk gevolgd door “Butcher’s Crossing”.


Het verhaal speelt in 1870 en gaat over de jacht op bizons die er toe leidde dat deze karakteristieke dieren vrijwel uitgeroeid werden.

De jonge Will Andrews geeft zijn studie aan Harvard  op en verlaat zijn vertrouwde omgeving op zoek naar avontuur. Dat vindt hij in het troosteloze dorpje Butcher’s Crossing, waar hij niet alleen het sympathieke animeermeisje Francine ontmoet maar ook mensen die zich bezighouden met de bizonjacht en de handel in bizonhuiden. Onder leiding van Miller, een op geld beluste ervaren en meedogenloze bizonjager, gaat Andrews met Fred Schneider, een gerenommeerde vilder, en Charley Hoge, een fanatiek gelovige dronkenlap en manusje-van-alles, op expeditie om de laatste kuddes bizons af te schieten. De expeditie wordt uiterst beeldend beschreven, de lezer waant zich voortdurend op de plaats van handeling aanwezig en ruikt ook de geuren.

Het doden van de bizons wordt treffend in woorden gevat zonder dat het ook maar één moment gruwelijk wordt, de slacht van een bizonkalf dat voorbestemd is als voedsel voor de mannen, daarentegen is zodanig gedetailleerd maar knap weergegeven dat die passage een sterke maag bij de lezer vergt.

Wat er tijdens en na de expeditie gebeurt, is voorbehouden aan de lezer van het boek. Het verhaal is in al zijn eenvoud schitterend gecomponeerd en het taalgebruik van John Williams is subliem. In veelal sobere bewoordingen weet hij op ongeëvenaarde wijze een prachtige filmische schets van de gebeurtenissen aan de lezer voor te schotelen.

Het verhaal geeft een beeld van de waanzin van de bizonjacht en de geldzucht en gaat ook diep in op intermenselijke verhoudingen.

De laatste alinea van het boek geeft een fraaie slotscène. Andrews verlaat Butcher’s Crossing te paard en dan lees je de ingetogen woorden:

“Op een globale richting na, wist hij niet waarheen hij ging. Maar hij wist dat hij daar later op de dag wel op zou komen. Hij reed verder zonder haast, en voelde achter zich de zon langzaam opkomen en de lucht tastbaar worden.”

Het zou niet snel in mij zijn opgekomen een boek te gaan lezen over de bizonjacht, maar het schrijverschap van John Williams deed mij die barrière onmiddellijk nemen. En gelukkig maar, want het is een absolute aanrader!

 

Reacties